Afscheid (deel 2)

14 juni 2017 - Vianen, Nederland

Hoi allemaal!

Ja, ik merkte dat m’n blog wat lang werd, dus ik heb ‘m in twee stukken gehakt. Hier komt deel twee.

Zaterdagavond en zondagochtend ben ik niet in het ziekenhuis geweest. Nee, we hebben als afsluiter met de groep (en Inge, een vriendin van Geertje) een speedboottrip gedaan in ons laatste weekend. Zaterdagochtend ben ik voor het laatst geweest en toen kreeg ik de informatie dat maandag de grote dag zou zijn: bloed afnemen en controleren. Bij een goede uitslag, ontslag uit het ziekenhuis. Bij een foute uitslag, langer blijven. Maandag werd dus de uitslag beloofd. Voordat ik naar die maandag ga, ga ik even over ons laatste weekendje praten.

Klachtenweekend

Een speedboottrip. Elise, ik weet dat je hiernaar uitgekeken hebt, dus pak een bus Pringles en een biertje en ga ervoor zitten. Varen over die Surinamerivier, wakeboarden, met zo’n band achter de boot varen, barbecueën, kampvuur, feest op een verlichte speedboot, slapen in hangmatten, chillen bij het strand Overbridge… een fantastisch laatste weekendje stond als het ware in de stenen gekerfd. Want dat is toch heerlijk?

Niets bleek minder waar. Het enige wat dit weekend mee heeft gezeten, was het weer. Ja, een heel weekend zon gehad in de oh zo gevreesde regentijd (nu ik in Nederland ben zegt iedereen dat het ze tegenvalt hoe bruin ik ben geworden… door al die regen in mei, zie je jezelf weer blank worden). Maar verder? Laten we bij het begin beginnen. Er was natuurlijk vervoer geregeld: we gingen met busjes naar de plek waar we op de speedboot gingen. Die bus was al bijna drie kwartier te laat en daarna moesten we nog naar een locatie om die speedboot op te halen. Al met al, flinke vertraging om de dag te beginnen. Uitleg? Nee, die werd achterwegen gehouden. Enfin, niet getreurd, weekendje wordt vast de moeite waard. Ik bedoel, voor 115 euro per persoon mag je wel wat verwachten, toch? Na een poosje rijden, arriveren we bij de oever waar we de speedboot opgingen, om onze spullen te plaatsen op het privéstrandje waar we zouden overnachten. Daar aangekomen, bleek de band die achter de speedboot gebonden kon worden, stuk te zijn. Jammer, een elementje minder. Kan ook gebeuren, alhoewel dat al voor aanvang van de trip het geval was. Er had wel wat geregeld kunnen worden. Maar oké, ook dat zien we door de vingers.

Later die middag deden we een warming-up op de speedboot. “Even inkomen,” had de tourgids (wiens naam ik uit bescherming maar beter niet kan laten vallen) nog gezegd. Best wel leuk op zich, een paar zelf gekochte biertjes meegenomen, aangezien alcohol niet inbegrepen was bij de trip (geen nadeel, maar wel belangrijke informatie voor later), en toen zijn we een beetje gaan touren met die speedboot. Toen we weer op het privéstrandje aangekomen waren, begon de ellende pas echt. Speedboot stuk. Natuurlijk nemen we de tourgids niets kwalijk: overmacht. Botte pech dat die speedboot stuk is, maar de hele tour draait om die speedboot. Nou, huilen met de pet op, maar zoals dat een echte tourgids zou betamen, hadden we verwacht dat er een back-up plan was. Er waren weliswaar twee speedboten, maar de tweede was heel klein en had nauwelijks capaciteit voor meer dan vijf personen. Even terug naar dat back-up plan: wat zou dat dan zijn? Wakeboarden, nachtelijk feestje op het water, chillen bij Overbridge… dat zat er allemaal niet meer in natuurlijk.

We hebben sindsdien niets meer gedaan. Helemaal niets. We hebben op het strand gelegen. Voor ons uit gekeken. Tegen een balletje aan getrapt. Voor 115 euro. Er was GEEN back-up plan en de tourgidsen deden ogenschijnlijk geen enkele moeite om er ook nog maar iets van te maken. Nou zou je denken dat, omdat de speedboot wegvalt de tourgidsen genoeg tijd hadden om iets te bedenken. Ja, dat hadden ze zeker, maar het was dus niet in hun bovenkamer opgekomen om iets te organiseren of te bedenken. Op de zondag werd er nog een wandeling voorgesteld. Ein-de-lijk een beetje initiatief! Het is maar een wandeling, maar oké, dan kunnen we nog iets doen. Wij als brave schoolkinderen wachten, maar zelfs van die beloofde wandeling kwam niks terecht! Ik kon mijn slippers intussen wel opvreten. Regel potverdorie iets!

Oh, had ik het al over de zaterdagavond gehad? Nou, we gingen barbecueën, maar zelfs na het wegvallen van de speedboot (lees: de complete 115 euro kostende trip) waardoor die gasten alle tijd van de wereld hadden, kon die barbecue nog niet eens op touw gezet worden. Ik weet niet of ik het me goed herinner, maar nadat we die hele dag alleen een bekertje soep gekregen hadden (ook dat nog) hadden we pas rond negen uur onze eerste hamburger van de barbecue. Op dat moment waren het niet alleen de kindjes in Afrika die honger hadden, maar ook de bakra’s op een strandje aan de Surinamerivier. Inge, bedankt nog hé, voor de broodjes kaas op de barbecue. De enige die wel doorhad dat mensen honger hadden. Man, man, man, wat een idiotie.

Had ik al verteld dat we niet de enigen waren? Nee, er waren andere mensen mee op trip. Prima, als het leuke mensen zijn. Maar dat waren ze niet. Buiten hun ongezelligheid en afgeslotenheid waren ze ook nog eens dieven! Ja ja, heftige beschuldigingen, maar hoor me aan. Ik zei al dat alcohol niet inbegrepen was bij de trip. Wij netjes alcohol ingeslagen van tevoren, om de avond bij het kampvuur en op de speedboot… oh nee, alleen bij het kampvuur vertoeven, is het bier opeens op rond een uur of elf. Die andere lui zaten gewoon onze drank (inclusief een fles buitgemaakte Borgoe) op te drinken! En dat terwijl er zwart op wit bij de touromschrijving stond dat alcohol NIET bij de trip inbegrepen was en het was net zo duidelijk dat die alcohol van ons was.

En ik ben nog niet klaar. Nee, zeker niet. De trip kostte 115 euro, mocht dat inmiddels nog niet duidelijk zijn. Voor dat wat we gedaan hadden, konden we ook met zijn allen twintig euro lappen voor een taxi (retour) naar het strand, onze hangmatten ophangen, bier drinken (dat niet gejat zou worden) en een dag later weer terug. Echt, dat was precies hetzelfde geweest, alleen dan had alles bij elkaar 10 euro per persoon gekost, in plaats van 115 per persoon. Redelijk als wij zijn, vroegen we de tourgids niet om een complete refund (wat wel redelijk was, want we hebben gewoon helemaal niks gedaan, maar je wilt toch niet te zeikerig) maar om een bedrag dat rond de helft lag. En wat denk je? Niet akkoord! Natuurlijk hebben wij geen beeld van de kosten (wat echt niet veel kan zijn, buiten het repareren van de speedboot), maar als je trip volledig in het water (haha, snap je ‘m) loopt, moet je toch een keer verlies draaien, om je goede naam te houden, maar nee, hij dacht niet na over de lange termijn.

Uiteindelijk zijn we tot overeenstemming gekomen en heeft hij gezegd dat hij die avond een balans zou opmaken en daarna ons zou laten wat de grootte zou zijn van het bedrag dat hij gaat terugstorten. En nu komt het mooiste van alles. Ja echt, pak een bak popcorn als die binnen handbereik ligt. Die avond vertelde hij dat hij het druk heeft. Die maandag zou hij terugvliegen naar Nederland. Prima, begrijpelijk, dat komt dan nog wel. Een dag later hadden we een afscheidslunch met mevrouw Loor en mijn mede-HAN-studenten (en jawel, tevens nieuwe vrienden), waar ik in een van mijn eerste blogs over gesproken had, bij Souposo. Aanradertje voor als je in Suriname bent trouwens, een meer dan prima tentje. Drie keer raden wie daar ook zat? Donald Trump? Nee. Rapper Sjors? Tuurlijk niet! Sergio? Huh, hoe weet je de naam van onze tourgids? Maar inderdaad, dat is juist! Ja, onze enige echte tourgids, die het oh zo druk had met het beschermen van de goede naam van zijn speedboottrip. Nou, uit protest boycot ik vanaf nu elke speedboottrip die me aangeboden wordt. Oh nee, wacht, juist niet, ik moet mijn geld juist aan de concurrentie geven. Vanaf nu grijp ik elk aanbod van een speedboottrip aan! Alsof dat het nog niet voldoende was, was hij ook nog aan het lunchen met de vermeende Borgoe-dief die in het weekend ook mee was! Ogenschijnlijk had hij het dat weekend drukker met het achternalopen van zijn derde been, dan ervoor te zorgen dat een faliekant mislukte weekendtrip nog enigszins gered werd. Laat het hem zijn vrouw (ja, die heeft hij), maar niet horen. Het ongemak spatte ook van zijn gezicht, toen Elise hem, zo cynisch als Peter Pannekoek tijdens The Roast of Gordon, vroeg of het vliegtuig naar Nederland misschien vertraging opgelopen had. Uiteindelijk hebben we wel geld teruggekregen. Drieëntwintig euro. Drieëntwintig. 23. Laat het bezinken. Rekenen is niet mijn beste vak, maar volgens mij betekent dit dat we per persoon 92 euro hebben betaald. 92 euro voor een rondje van twintig minuten op een speedboot, een barbecue waarvan het eten de zondagochtend hergebruikt werd (ook nog niet verteld) en twee dagen op het strand liggen. Verder niks, maar dan ook niks, gedaan. Daar breekt mijn klomp van. Als jullie ooit naar Suriname gaan, sla dan de speedboottrip van Sergio over. Bedankt!

Ziekenhuis

Goed. Achteraf is dit wel lachen eigenlijk. Dan krijg je van die verhalen van: ‘weet je nog, ons laatste weekendje in Suriname? Wat was dat belachelijk zeg!’ We kunnen naderhand heerlijk klagen over dat weekendje. Heel even tussendoor, het dringt trouwens tot me door dat er twee Sergio’s zijn die in het toerisme van Suriname zitten. De een heeft dreadlocks, de ander doet alléén speedboottrips. Die tweede moet je niet hebben, die eerste is een goede gozer. Laat dat even buiten kijf staan. Die avond waren we gelukkig op tijd terug voor het bezoekuur van Geertje, die inmiddels nog steeds in het ziekenhuis lag. Want maandag zou de grote dag zijn: mag ze weg of mag ze niet weg?

Maandag was een hectische dag. ’s Ochtends vlak voor ik op bezoek kwam, werd er bloed geprikt. De rest van de dag was het afwachten: ergens die dag zou de uitslag volgen. Rond één uur in de middag kreeg Geertje te horen van een vriendin die stagiaire is in het Sint Vincentius, dat de uitslag klaarlag. Je kunt het je voorstellen: seconden leken uren, uren leken dagen. Die dag verliep me een potje traag! Buiten het stukje stand-up comedy met Sergio tijdens de afscheidslunch heb ik niets anders gedaan dan op mijn telefoon gekeken, hopend op een berichtje met de uitslag. We hoefden alleen te wachten op de dokter, die de uitslag kwam vertellen. Helaas was dit Suriname en tegen het vallen van de avond was er nog steeds geen bericht. Nou, nog maar een keer naar het ziekenhuis dan. Een laatste keer, hoopte ik. Daar zat ik weer, aan de rechterzijde van het bed. Intussen had je mijn naam wel op die stoel kunnen zetten, geloof ik. Eerst wat gekletst en op een gegeven moment kwam er een verpleegster binnengewandeld. Wat ze kwam doen weet ik niet meer, misschien een nieuwe zak aan het infuus, misschien even kijken of de prullenbak geleegd moest worden. Ach, doet er niet toe. Wat er wel toe deed was de vraag die Geertje haar stelde: “mevrouw, heeft u enig idee wanneer de dokter met de uitslag van mijn bloed langskomt?” De dokter keek haar toen vragend aan. “De arts is naar huis toe, morgen krijg je de uitslag.”

Verslagenheid, onbegrip en moedeloosheid. Ik keek naar Geertje, die toch even haar tranen niet kon bedwingen. Nou weet ik dat we niet in Nederland zijn, dat niet alles zo goed geregeld is als thuis, maar dat mag geen excuus zijn. Er wordt een belofte gedaan. Je hoort vandaag of je uit het ziekenhuis mag. Vandaag. Vervolgens hoor je al vroeg in de middag dat de uitslag klaarligt. Het enige wat er moet gebeuren, is dat de uitslag van de dokter naar Geertje moet gaan. Het enige. Dat een dokter er dan tussenuit knijpt, is onbegrijpelijk en heeft niets met de mentaliteit van een land te maken. Voor ons extra zuur, omdat die ons laatste avondje samen zou zijn (in Suriname dan, maar in de roze wolkfase hecht je daar nou eenmaal heel erg veel waarde aan). Wat nou als de uitslag goed was? Had ze dan een nacht voor niets in het ziekenhuis moeten liggen? Dat zou zuur zijn. Als de uitslag niet goed zou zijn, dan viel het te accepteren, dan ben je gewoon niet beter, dan moet je nou eenmaal blijven. Niets aan te doen. Maar de uitslag gewoon in een duister hoekje van het ziekenhuis rond laten slingeren? Ik kon er met de pet niet bij. Ik bleef mezelf inpraten dat de uitslag zou zijn dat ze moest blijven liggen. Ze zouden toch geen uitslag achterhouden als de uitslag zou vertellen dat ze ontslagen zou worden? Nee toch? Ik bereidde me al voor op het bellen van mijn luchthavenvervoer, om te vragen of ze me in plaats van thuis, bij het Sint Vincentius op zouden kunnen halen. Het was gewoon oneerlijk, onrechtvaardig. Ze had recht op die uitslag, maar die kreeg ze niet. Weer die machteloosheid die me al een week lang teisterde. Eens te meer konden we gewoon he-le-maal nietsdoen.

Een kwartier voor het einde van het bezoekuur, sloeg de stemming van de avond om, alsof ik een vallende ster zag, een klavertje vier en een hoefijzer vasthield en ook nog een paardenbloem in één adem kaal blies en dat allemaal tegelijk. Als donderslag bij heldere hemel, kwam een verpleegster weer terug naar binnen. Iedereen ging overeind zitten. “Ik heb met de dokter gebeld en er is goed nieuws: je mag naar huis,” vertelde ze. Onbegrip? Moedeloosheid? Machteloosheid? Verdriet? Al die gevoelens gooide ik meteen door het raam naar de binnenplaats van het ziekenhuis. Blijdschap! Het enige gevoel dat toen nog in me opkwam. Het feit dat, als de verpleegster niet gebeld had, Geertje een nacht voor Jan met de korte achternaam had moeten blijven liggen, deed me even helemaal niets. Ik gooide haar nog net niet op m’n schouders om weg te rennen, nadat ik het infuus uit haar hand zou hebben getrokken. Zo’n opluchting! Toch dat laatste avondje in Suriname nog. Sneeuwwitje, Assepoester, Hans en Grietje en Roodkapje vallen in het niets bij dit sprookje dat 29 mei geboren was. ‘Geertje geluk’? ‘Zorgen in het ziekenhuis’? Bedenk zelf maar een naam. Hopelijk eindigt het in elk geval met ‘en ze leven nog lang en gelukkig.’ Zo snel mogelijk weg uit dat ziekenhuis. Tot nooit meer ziens!

Doei, Switi Sranan!

Mijn eerste biertje dat ik daarna bestelde tijdens het uiteten bij Zus en Zo smaakte des te beter. Dat de French Kiss (een heerlijke quiche met brie) uitverkocht was die avond (de enige reden dat ik daar de laatste avond wilde uiteten) kon mijn humeur ook niet meer bederven. Nee, ik voelde me als een puber die net zomervakantie kreeg (helaas komen er nog genoeg tentamens en deadlines aan). Weten jullie nog dat de intro van de vorige blog? Mijn laatste paar uur op het terras? Ja, Geertje zat daar gelukkig ook bij. Maar precies 24 uur na dat biertje bij Zus en Zo, was ik de douane inmiddels gepasseerd. Het moment dat Lianne en Elvin me ophaalden, ik een laatste blik op mijn huisje in de Wim van Aalst straat wierp, iedereen nog een keer omhelsde, met, zoals dat een romantisch verhaal betaamd, Geertje als laatste, kon ook ik mijn tranen niet bedwingen. En ik jank toch potverdorie bijna nooit, hoor.

Het zat er dus echt op. Ik ging naar huis. Onderweg naar het vliegveld dacht ik nog vaak over de afgelopen maanden. Of ja, vaak, eigenlijk continu. De mensen die ik heb ontmoet. De vrienden die ik heb gemaakt, want halleluja zag, sinds Suriname ga ik over de 150 likes bij iedere willekeurige Instagrampost. Even zonder gekheid, zoals ik al zei, heb ik zoveel mensen ontmoet. Rudi en zijn bende, mijn huisgenoten, mijn collega’s, Geertje en haar vriendinnen, Niek, Wouter en Cedric (de bewoners van Amice de eerste weken), een paar jongens van het internaat met wie ik nog contact heb, nog heel veel andere stagiaires en natuurlijk ons eigen groepje, waarvan ik de helft al kende, maar waar ik nu écht een goede band mee heb opgebouwd. Ik dacht ook veel na over hoe ik zelf ben gegroeid. Als docent op de Mulo Kerklaan, waar ik leerde creatiever te zijn door de beperkte middelen waar je tijdens de lessen de beschikking over hebt, waar ik leerde flexibeler te zijn, omdat de klassen daar een andere aanpak vereisen dan veel klassen in Nederland en, bovenal, waar ik begonnen ben met het leren van organisatie en structuur. Ik ben er nog niet, maar ik heb enorm veel vooruitgang geboekt qua structuur en ordening en heb daar ook veel positieve feedback op gekregen, die ik eigenlijk nooit eerder heb gehad. Terecht ook, altijd werd dat als leerpunt benoemd, maar nooit heb ik geweten hoe ik daarmee aan de slag moest gaan. Ook dacht ik na over hoe ik als mens ben gegroeid. Ik heb vier maanden op mezelf gewoond, voor het eerst, en daar word je een stuk volwassener en zelfstandiger van. Natuurlijk gaat dat allemaal vanzelf en is het ook niet heel moeilijk, maar toch leer je veel als je er voor de eerste keer helemaal alleen voor staat.  Ook krijg je (ja, dit klinkt ontiegelijk zweverig) een andere kijk op de wereld. Je kunt zoveel tv kijken als je wil, maar je beseft nooit hoe verschillend het leven aan de andere kant van de wereld is zonder je voor langere tijd in een samenleving te mengen. Nee, ook geen vakantie van een paar weken, want het duurde zeker een maand voordat bij mij dat besef pas écht doordrong. Tenslotte besef ik dat de enige grens die er is, een grens is die je zelf trekt (ja, wederom zweverig, een schoolvoorbeeld van een tegeltjeswijsheid, maar het is echt, echt, echt zo). Kan dat niet zo goed uitleggen, maar het komt erop neer dat je puur zelf in de hand hebt wat je allemaal wel of niet kan doen, dat als je ergens voor gaat, je er zelf voor kan zorgen dat dat ook echt gebeurt. Snap je wat ik bedoel? Ik wil niet als een irritante motivatiegoeroe klinken (al realiseer ik me dat dat waarschijnlijk wel het geval is), maar toch is dat besef wel tot me doorgedrongen.

Intussen zit ik weer thuis en inmiddels ben ik weer enigszins gewend aan dat burgerlijke, degelijke en eigenlijk gewoon oersaaie leventje. Het afgelopen weekend was zeker leuk en gezellig, maar ik had gewoon zin om Rudi te appen met de vraag of hij nog tijd had voor een tripje. Maar dat leventje van de afgelopen maanden heb ik toch los moeten laten, al zou ik liegen wanneer ik zou zeggen dat ik geen omgekeerde heimwee heb naar Suriname. En ja, het punctuele Nederland is ook weer in volle glorie terug. ‘Negen uur bij de kapper’, in plaats van ‘loop binnen wanneer je wilt’. Dat is na twee weken nog steeds even wennen, maar ik kom wel weer in dat ritme. Deze maand staat zelfs in het teken van studeren, studeren en nog eens studeren. De achterstand grotendeels goedmaken en zorgen dat ik zoveel mogelijk vakken van mij tweede jaar afrond. Met dat ritme gaat het dus wel goedkomen. Maar goed, deze blog gaat over mijn Suriname, toch? Nou, als ik één ding zeker weet, is dat dit afscheid van Suriname een tijdelijk afscheid is. Ooit keer ik terug. Er zijn nog genoeg dingen te zien en aangezien Paramaribo écht mijn tweede thuis is geworden, ben ik heel benieuwd naar hoe de stad er over pak ‘m beet tien jaar uit zal zien. De komende tijd ga ik wel heel erg de gastvrijheid, vriendelijkheid en kalmte van Suriname missen, maar ook dat zal mettertijd allemaal goedkomen. Iedereen bedankt voor de fantastische tijd!

Dit was het dan, de laatste blog. Ik weet nog dat ik vier maanden terug met ‘Valse start’ deze reeks aan blogs begon. Nooit had ik gedacht dat ik zoveel plezier zou krijgen in het maken van de blogs, mede dankzij alle positieve reacties op de blogs. Toen ik terugkwam in Nederland werd het zelfs nog erger: er zijn zelfs mensen van wie ik niet eens de namen weet, geweest die me aanspraken over mijn blogs! (Voel je je nu aangesproken, ook jullie bedankt.) Daarnaast nog veel complimenten gehad van ontzettend veel mensen waarvan ik nooit had gedacht dat ze mijn blogs ooit zouden lezen, dus dat heeft me bijzonder verrast. Iedereen bedankt voor het hoog houden van mijn schrijfmotivatie! Ik hoop dat jullie genoten hebben en wie weet plaats ik nog eens foto’s, mocht mijn telefoonprobleem ooit eindelijk een keer opgelost worden. Bedankt!

Niels 

9 Reacties

  1. Opa en oma:
    14 juni 2017
    Jammer....de laatste blog! Maar super om ons alles zo mee te laten beleven...☺
  2. Kees Jan:
    14 juni 2017
    Ehhhh... hoe duur was dat weekend en hoe heette die gids? ;-)
    Zweverig hoor, wat je allemaal schrijft. Toen Truus en ik zulke verhalen vooraf vertelden, dacht je toen ook dat het wel heel erg zweverig was? Leuk dat je alles zo ervaren hebt, want dat is precies waar het ons om te doen is.
    Nogmaals: welkom thuis!
  3. Ruben uppel:
    14 juni 2017
    Jammer genoeg de laatste maar wel weer een mooi verhaal bies!
  4. Angela:
    14 juni 2017
    Niels, dankjewel dat ik met je avontuur steeds weer mocht mee genieten en dat heb ook vollopen gedaan maar ik sta ook iets anders in het leven als de meeste die jou hebben gevolgd!!! SUPER!! Je bent een kanjer Niels!!
    Liefs Angela xxx
  5. Truus Hermans:
    14 juni 2017
    Niels,
    Op basis van het laatste gedeelte van je blog kan ik alleen maar beamen dat je je enorm ontwikkeld hebt en dat in vier maanden!
    Je blogs zal ik missen, maar als studieloopbaanbegeleider hoef ik je volgend jaar nog niet te missen. Ik verheug me op de vaart die je nu in je studie gaat weten te brengen. Je hebt nu immers een mooie basis gelegd.
  6. Christan:
    15 juni 2017
    Hallo Niels,

    Ik ben een collega van je moeder, maar wilde je ff laten weten dat ik je verhalen heb gelezen. En wat kan jij geweldig schrijven! Je ziet het gewoon allemaal voor je als je het leest, kei leuk!
  7. Oma Beugen:
    15 juni 2017
    heb je blog weer met plezier gelezen want dit lijkt wel de echte liefde al mis jij ze nu ze komt ook weer naar huis ik ben blij dat je weer thuis bent doei Oma
  8. Piet lamers:
    16 juni 2017
    Niel een pracht verhaal en heb ontzettend genoten van alle verhalen die je met ons gedeeld hebt maar wat ging de tijd vlug
  9. Niels Verbiesen:
    16 juni 2017
    Kees-Jan,

    Aanvankelijk vond ik het niet per se zweverig klinken, gewoon omdat ik wel in kleine mate besefte wat de impact van zo'n reis kan zijn op jou als persoon. Echter, ik kan me wel voorstellen dat mensen die het lezen het opvatten als zweverig, haha!

    Truus,

    Ik ga in elk geval heel hard mijn best doen! Ik verheug me er zelf stiekem ook al een beetje op...

    De rest ook bedank voor alle prettige reacties!