Familieweek nummer 2

23 mei 2017 - Galibi, Suriname

Hallo allemaal,

Zoals jullie weten, zijn niet alleen mijn vader en Marjo in Suriname geweest, maar hebben mama en mijn broertje Joost ook de mogelijkheid gehad om een weekje van het prachtige Suriname te genieten. Eigenlijk veel te kort, zo'n weekje, want ik kwam er al snel achter dat je in een week lang, maar dan ook lang niet alles kunt laten zien wat je wilt laten zien. De dag dat papa en Marjo terugvlogen, was ook de dag dat mama en Joost landden. Laat teruggekomen, meteen gaan slapen (Joost en mama dan, een avondje Tequila zorgde voor te veel verleiding om te weerstaan) en een dag later vroeg op voor ons eerste uitje: een quadtrip. Oh ja, ik heb besloten om, een luttele week voor mijn vertrek, eens te beginnen met het gebruikmaken van tussenkopjes. Standaard schrijvershandigheidje, in de verste verte geen idee waarom ik dat nog nooit heb gebruikt.

Quadtrip

Ja, die quadtrip had ik al eens gedaan, maar ik had bedacht dat mama en vooral Joost, die quadtrip wel gaaf zouden vinden. Om de kosten te drukken (twee personen per quad scheelt een slok op de borrel) ging Mijntje (vriendin van Sanne die twee weken op bezoek was) mee. Ik genoot het privilege een quad met Mijntje te delen. Privilege, ja. Ik weet nog dat we die vorige quadtrip deden. Elise was destijds mijn scheurcompagnon. Leuke meid hoor, die Els, maar bij ieder heuveltje schreeuwen als een hyena met griep was toch wel ietwat overdreven. Nee, Mijntje was exact het tegenovergestelde. Meermaals de 70 op de kilometerteller aantikken en letterlijk vliegles krijgen wanneer we te hard over heuvels crosten zorgde niet voor helse schrikkreten, maar voor tumultueus schaterlachen. Nou Mijntje (mocht je meelezen), dank voor deze quadtrip. Ik zal niet snel vergeten hoe je het voor elkaar kreeg om in een vooraf uitgestippelde route het struikgewas plat te maaien om een nieuwe route te creëren. Goeiemiddag, wat een adrenaline!

Rudi Wortel vs. Jenny Tours

Nou, geslaagd eerste tripje. Een dag later stond dolfijnen spotten in combinatie met kaaimannen op de planning. Gelukkig geleerd van mijn fouten en deze keer wél Rudi ingeschakeld. En warempel, we zijn zowaar OP ZOEK geweest naar dolfijnen! Begrijp je, over het water varen met de bewuste intentie dolfijnen te spotten! Ongelofelijk! Eigenlijk moet ik dat een keer in een genuanceerde mail naar Jenny Tours sturen: 

'Beste Jenny Tours,

Ik heb een tip voor jullie. Misschien is het verstandig om daadwerkelijk bewust op zoek te gaan naar dolfijnen wanneer je een trip adverteert als 'dolfijnen zoeken en schildpadden spotten', in plaats van een lineaire lijn te varen van werf naar werf, waarna je koude roti van een goedkope afhaalsurinamer serveert, megalomane groepsspellen speelt die je alleen ziet in zweverige yogalessen, terwijl je vertelt dat er 'helaas geen dolfijnen' gespot zijn terwijl geen van de 20 tripdeelnemers ook maar één seconde de gedachte heeft gehad daadwerkelijk op zoek naar dolfijnen te zijn geweest. Lijkt me een punt dat tot wat broodnodige zelfreflectie kan leiden, nietwaar?

Veel succes in het vervolg!

Met vriendelijke groet,

Niels Verbiesen'

Dat zou ik wel even kunnen sturen, toch? Deze keer hebben we namelijk wel veel dolfijnen gezien. "Normaal zijn er nog veel meer," hoor ik Rudi nog zeggen, een paar minuten nadat mama's stembanden hilarisch oversloegen toen ze voor het eerst een dolfijn naar boven zag komen om adem te happen. Het was echt alsof er net een kind van de trap donderde: ontdaan en verschrikt van wat er zojuist gebeurd was. Gelukkig maakte mama dat buitenaardse geluid gepaard met een glimlach. Ze vond het wel mooi volgens mij.

Zo mooi als mama de eerste dolfijn die ze zag, vond, zo mooi vond Joost het vangen van de kaaiman, nadat we het dolfijnen spotten achter ons lieten en aan land gingen in een klein dorpje in het district Commewijne (waar Joost en ik structureel Guus en Rudi inmaakten met tafelvoetbal en waar een pakje sigaretten omgerekend maar 1,25 euro kost). Jawel, we gingen met een klein, gammel bootje door het moeras heen. Het moeras was donker en onheilspellend en overal om je heen hoorde je het duistere moeras leven. Zo nu en dan zag je lugubere lichtjes in het moeras opdoemen: oogjes van de kaaimannen. Nadat we dicht bij een kaaiman kwamen, pakte de bootsman een stok met daaraan een koord in de vorm van de lus om de kaaiman te vangen. En die Joost! We vingen de kaaiman en, gammel als het bootje was, Joost sprong overeind in het bootje, zijn gezicht vol van verwondering en verbazing. "Neeeeeeeee, wooooooooow," hoor ik hem nog gefascineerd uitschreeuwen, terwijl hij vol opwinding en blijdschap oogcontact met me probeerde te zoeken, waarna hij het beest als een kind in de snoepwinkel in zijn armen nam. Hahaha, Joost, als ik eraan terugdenk, moet ik nog steeds lachen. 

Galibi

Later die week, gingen we naar Galibi (klemtoon op de eerste 'i', ik heb het maandenlang fout uitgesproken door de klemtoon op de ‘a’ te plaatsen) met de helft van de groep. Galibi is een kustgebied waar na het vallen van de avond gigantische zeeschildpadden aan land komen om hun eieren te leggen (ja, heb ik in de vorige blog al verteld, maar ik moet even die informatie weer ophalen). We overnachtten in het indianendorp Christiaankondre dat aan de Marowijnerivier ligt. Even tussendoor, de plaatselijke straathondenfanfare besluit weer te gaan spelen rond één uur in de nacht. Dat is toch één van de weinige dingen, naast het gebrek aan speciaalbier en de linksrijdende auto's, die ik bij terugkomst in Nederland niet ga missen. Enfin, Galibi was het onderwerp, nietwaar? Voordat we aankwamen stond er een boottrip op het programma over de rivier van het vertrekpunt Albina naar de slaapplaats. Nou, over een onstuimige rivier gesproken. Toen we weer aan land kwamen, was niemand, maar dan ook niemand droog: ik was nog droger geweest als ik zelf van het bootje het water in was gesprongen, denk ik. Goed, na aankomst een kleine rondleiding van Dino (die deze trip op z'n droogst was en zorgde voor een geweldige sfeer) door het dorp gehad waarin we zagen hoe de mensen in Christiaankondre rondkomen. Interessant, maar 's avonds begon het echte werk. 

Schildpadden spotten. In de vorige blog heb ik dat onderwerp al licht getoucheerd, maar om zeeschildpadden met een lengte van zo'n anderhalve meter in hun natuurlijke habitat te aanschouwen, is een indrukwekkende ervaring. Ware zeemonsters die in het duister uit de golven komen kruipen en zich langzaam met hun vinachtige poten over het strand proberen bewegen, een plek in het zand zoeken en daar met langzame, doch zware slagen een gat graven waar ze hun eieren in leggen. Een adembenemende ervaring. Foto's maken mocht, maar geen flitsen: de reden dat de schildpadden 's avonds het land op trekken, zit 'm in het feit dat die bewonderenswaardige dieren blind kunnen worden van licht, dus ook van cameraverlichting. Enkel een speciale rode lamp mag in het bijzijn van een zeeschildpad geschenen worden. 

Na weer een unieke ervaring rijker te zijn geworden, hebben we de avond afgesloten bij een kampvuur in Christiaankondre. En godzijdank, er kwam geen indianenbandje: dan had ik me voor de derde keer in Suriname moeten gedragen als een bezetene. Twee keer was ruim voldoende. Maar goed, dag later stond Frans-Guyana op het programma. Frans-Guyana? Ja, de Marowijnerivier bepaalt de scheiding tussen Suriname en Frans-Guyana, dus we staken met ons bootje de rivier over. Verrek, dacht ik toen ik hier aan land kwam, iedereen rijdt weer rechts! Wat me tevens minstens zoveel verraste, was het feit dat ik moest wennen aan de rechtsrijders. Dat zit intussen helemaal niet meer in mijn systeem of zo! Ik ben bang dat, wanneer ik weer in Nederland ben, ik de A2 aan de verkeerde kant van de vangrail met mama's Peugeot bestijg, gezien het ongemakkelijke gevoel dat het zien van een rechtsrijder me toen gaf. 

Verder in Frans-Guyana nog een gevangenis (waarvan de naam me ontschoten is) bezocht, waar we mochten rondkijken. Mooi om zo'n oude gevangenis van binnen te bekijken. Nadat we Frans-Guyana achter ons lieten, kon de reis huiswaarts weer ingezet worden.

Sexy Engels

Evenals papa en Marjo, kregen ook Joost en mama een rondleiding op mijn stageplek. Echter, deze keer werd er een vleugje peper bij gestrooid: de directrice en de onderdirectrice waren ook op school en wilden mijn familie ook graag ontmoeten. We kregen een colaatje en een koude bitterbal (niet lekker, de uitvinder van de bitterbal zou zich in zijn graf omdraaien wanneer hij deze abominabele poging tot een bitterbal zou proeven). De onderdirectrice geeft Engels. Ze is zacht gezegd niet de meest 'beschaafde' Surinamer en de sectievergaderingen van de vakgroep Engels staan niet voor niets bekend als de 'seksvergadering Engels', omdat er tijdens 90% van de vergadering alleen 'pipi small' en 'pipi large' geroepen wordt in plaats van over de daadwerkelijke prestaties van de leerlingen te vergaderen. En ook die dag was de onderdirectrice niet vies van een klein grapje dat net niet door de beugel kon. Ik nam een slok cola en wat ze precies zei weet ik niet meer (eerlijk, had het graag met jullie gedeeld maar ik ben het echt vergeten). Wat ik wel weet, is dat ze die grap maakte toen ik net een ferme teug van mijn plastic beker had genomen en dat die slok cola even later de jurk van zowel de directrice als de onderdirectrice irrigeerde. Joost en mama stonden erbij, niet wetend hoe te reageren, met blikken die met stomheid geslagen waren: we waren immers nog geen vijf minuten op het schoolterrein. De directrice onder gespuugd met cola! Nog geen fractie van een seconde later veranderden die ontdane blikken in flauwe, onzekere glimlachen: de directrice en de onderdirectrice schaterden het uit en konden, evenals ik, tranen van gelach uit hun ogen vegen. Na een paar behoorlijke tikken op mijn schouder (die directrice heeft wel power in haar armen, zeg), wist ik dat het allemaal wel snor zat. Mama en Joost daarentegen, hebben de verbazing niet snel meer van hun gezicht weten te krijgen. 

Koningsdag

Ik zie de berichtjes nog voor me: "Niels, lekker koningsdag vieren!" gepaard met een groepsselfie van een groep oranje geklede halfdronken mensen. "Niels, geen carnaval en ook al geen koningsdag!" klonk het weer, ditmaal met een mislukte imitatie van Nicki Minaj, wederom gekleed in oranje. Vanbinnen moest ik lachen. Ze moesten eens weten: Suriname doet vrolijk mee met koningsdag en er zijn genoeg plaatsen waar een feest georganiseerd wordt. De avond begon bij Zus en Zo: normaal een gezellig restaurant, maar op 27 april werd het omgetoverd tot een waar feestterrein. Rond een uur ’s nachts zou de toko sluiten en gingen we door naar Havana, een discotheek aan de rivier (ongelofelijk dat ik die naam nog niet heb laten vallen in mijn blogs: vaste prik op donderdagavond). Heb ik uiteindelijk een goede koningsdag gehad? Mwa, de boel liep uit op één groot drama.

Voordat ik het verhaal vertel, moet ik even wat nieuws vertellen. Of ja, voor sommige is het geen nieuws, voor andere wel, maar toch. Niels heeft de liefde gevonden in de naam van Geertje van de Loo. Op koningsdag kenden we elkaar al, maar er was nog niets officieel. In de volgende blog zal ik daar wat meer op ingaan (ook weer niet te veel, niemand zit te wachten op een zwijmelverhaal waarvan de emmers kwijl in een moordend tempo vollopen). Het komt erop neer dat we elkaar op dat moment al best goed kenden en er al een hoop meer aan de hand was dan alleen maar een beetje praten.

Met die informatie in acht nemend, kan ik mijn verhaal beginnen. Alvorens het begin van de avond, keek ik al lang uit naar het moment om Joost het uitgaan te laten zien. Vier dingen in het leven zijn zeker: de dood, ik houd van stappen, Joost houdt van stappen en één plus één is twee. De avond begon perfect bij Zus en Zo. Geertje had Joost nog gratis bier gegeven (je moet tenslotte wel een beetje indruk maken op je toekomstige schoonbroertje) en daar had ik ook profijt van (gratis bier!). Guus, Joost en ik hebben de smerigste drank ooit gedronken. Jawel, als je ooit een fles Campari in de Gall & Gall ziet staan, zorg er dan voor dat je alle flessen meteen tegen de vloer aan smijt, want dat brouwsel heeft de nasmaak van walvisbraaksel. Ik heb ook nog een Surinaams-Nederlandse man, Gerold, ontmoet, waar ik zeker nog een keer langs ga als ik in Nederland ben. Al met al, de avond liep op rolletjes. Daarna zetten we koers richting Havana, waar de avond snel in één groot fiasco zou veranderen.

Ik wandel naar binnen, niks aan de hand. Bestel mijn eerste Amaretto-cola van de avond (god, wat een aanradertje, dat drankje geeft een massage aan je smaakpapillen) en blijf hangen omdat Sanne en Geertje ook aan de bar komen hangen. Beetje aan het ouwehoeren, praten over onzin en dan gaat Geertje drank bestellen. Even later hangt ze over de bar, draaiend aan een paar doppen van wat flessen drank. “Ik draai ze vast open, gaat sneller,” hoor ik haar nog zeggen om uitleg te verschaffen. Ik draai me om naar Sanne. “Misschien moet je even meelopen,” zei Sanne even later. Ik draai me om en Geertje is weg. Ik kijk naar het terras en zie een bewaker staan die haar bij haar nek gegrepen heeft. Ik tik mijn Amaretto-cola in één teug weg (het komende kwartier was één stoot in mijn maag voldoende om dat drankje in de omgekeerde richting van mijn slokdarm te laten vertrekken) en besluit even te kijken wat er allemaal aan de hand is. De trap die ik zo’n tien minuten terug nog op wandelde om de discotheek te bereiken, liep ik nu in tegengestelde richting omdat Geertje eruit werd gezet. Beneden nog even verhaal gehaald. Ik bij een bewaker, Geertje bij een ander. “Neem haar mee naar huis, ze is dronken,” vertelde de bewaker me. Allereerst was dat niet helemaal waar natuurlijk en ik vertelde dat eruit zetten wel héél drastisch was en een waarschuwing op zijn plaats was geweest. Even later hoor ik iemand naar adem happen. Achter me heeft de bewaker Geertje met één hand bij haar keel gegrepen en opgetild. Even later gooide hij haar als een vuilniszak tegen de railing aan. Bij mij sloeg er een knop om. Tuurlijk, die dopjes eraf draaien was niet het beste idee aller tijden, maar om dan als een heus betonblok van een bewaker met alleen al een hoofd dat groter is dan het hele lichaam van Geertje, haar eruit te zetten om haar vervolgens zo tegen het ijzeren hekwerk aan te gooien, kwam er bij mij niet in. Gelukkig trok Geertje me weg, want tegen drie bewakers van elk zes bij zes had ik natuurlijk een minimale kans gehad. Koningsdag 2017 kende voor ons helaas een vroegtijdig einde.

En hiermee eindig ik de blog. De volgende blog ga ik vertellen over mijn relatie met Geertje (ja, klef, klef, klef, maar misgunners, antiromantici en eeuwige vrijgezellen mogen dat stuk straks gerust overslaan), over mijn laatste examenles en over mijn ervaringen op het internaat waar ik huiswerkbegeleiding geef.

Tot dan!

Niels Verbiesen

4 Reacties

  1. Piet lamers:
    23 mei 2017
    Prachtig is je verhaal Niels maar je bent Maar een keer jong en geniet daar van
  2. Oma Beugen:
    23 mei 2017
    heb het verhaal met veel plezier gelezen en er van genoten alleen het laatste was niet leuk sorry niels maar mama en joost hebben genoten dat vind ik fijn ik hou van jou doei
  3. Mirelle:
    23 mei 2017
    Hej Nielt wat kun jij hilarisch schrijven hahaha. Echt met n lach gelezen! Leuk dat je familie bezoek hebt gehad!! En wat leuk dat je liefde gevonden hebt! Geniet ervan! Fijne tijd
  4. Truus Hermans:
    23 mei 2017
    Niels,
    Je beleeft heel wat en ik moet eerlijk zeggen dat je mijn nieuwsgierigheid prikkelt. Zet je bij je volgende blog wat foto's?