Bloed, zweet en tranen

18 mei 2017 - Voltz Berg, Suriname

Hallo allemaal,

Eindelijk, weer een beetje tijd kunnen vinden om een blog te schrijven, want jeetje, wat waren de afgelopen weken druk! Het einde is in zicht, het afronden van de stage is begonnen en de gedachte dat Switi Sranan over twee weken mijn thuis niet meer is, begint langzaamaan op een wrede manier tot me door te dringen. Maar hoe dichterbij het naar huis gaan komt, hoe meer ik terugdenk over de tijd die ik hier heb gehad. In deze blog ga ik vertellen over de eerste 'familieweek', waarin vaderlief en stiefmoeke op bezoek kwamen.

15 April. Wat eigenlijk de aankomstdatum van papa en Marjo had moeten zijn, was nu een dag gekenmerkt door vertraging. Jawel, niet de vijftiende, maar de zestiende was nu de dag dat deze twee vertegenwoordigers van het thuisfront Surinaams grondgebied betraden. Gelukkig had ik die zondag (de 16e viel op een zondag) geen grootse dingen gepland staan. Maandag, daarentegen, werd het wel bijzonder. De zwaarste, mooiste en meest indrukwekkende trip stond op het programma: Voltzberg/Raleighvallen. 

Fungu Eiland

Een driedaagse trip waarbij we de Voltzberg zouden gaan beklimmen en de Raleighvallen zouden gaan bezoeken. Dit is zo'n trip waar je achteraf een voldaan gevoel van krijgt, maar waar je je tijdens de trip meerdere keren afvraagt, waar je het allemaal voor doet. Om überhaupt bij Fungu Eiland (de locatie waar je twee keer overnacht) te komen, heb je eerst een busreis van zes uur en een boottocht van drie uur te overwinnen, omdat je behoorlijk ver het binnenland in reist. En met zo'n 21 personen (alle familie was natuurlijk mee) in een busje kan ik je garanderen dat het niet de meest comfortabele busreis is die je ooit hebt meegemaakt. En dan heb ik het nog niet over de boottocht gehad! Het eerste halfuur is leuk, omdat je om je heen kunt genieten van de natuur, maar drie uur lang door een rivier met hetzelfde stuk jungle aan weerszijden van de rivier begint al snel te vervelen en het gebrek aan kussentjes op de hardhouten stoeltjes van de boot begin je al snel te voelen in de vorm van blaren die zich al bijzonder snel op je kont vormen. Heerlijk.

Afijn, toen we eenmaal bij Fungu Eiland arriveerden, kon de trip pas echt beginnen. Of ja, de eerste avond zouden we nog niet veel doen, omdat we daarvoor niet genoeg tijd hadden. Fungu Eiland was prachtig en na de slaaplocatie van Bigi Pan, de mooiste plek waar ik een nacht heb doorgebracht. Je arriveert met de boot op een strand van rotsen. Toen ik met mijn ogen de rotsen afging, zag ik verder op de rotsen zes aasgieren zitten die ogenschijnlijk een koffiepauze hadden, gezien het feit dat de zes roofvogels naar elkaar krasten en schreeuwden zonder waarneembare aanleiding. Het water bij Fungu Eiland was erg onrustig, wat ook de reden was dat we niet verder dan enkele meters het water in konden. Geen ramp: na twee stappen in het water gezet te hebben, merkte ik dat de rivier snel in diepte toenam. Waar ik bij de rotsen tot mijn enkels in het water kwam, zakte ik na twee stappen nog sneller weg dan mijn cijferlijst nadat ik mijn propedeuse had gehaald. Verder bestond Fungu Eiland uit een aantal huisjes waar een paar locals woonden en vooraan, wanneer je de rotskust opliep, stond een groot, houten bouwwerk waar iedereen hun hangmat op kon hangen. Eenentwintig man van onze groep alleen: dat belooft weer een zaagfestijn te worden de komende twee nachten, dacht ik. Tenslotte waren er aan de achterkant van het eiland wilde apen! Capucijnaapjes of iets dergelijks, maar aan het rode streepje onder 'capucijnaapjes' te zien zal de spelwijze wel anders zijn. Maar ach, daar gaat het niet om, hé? Nou, die aapjes waren daar een beetje aan het chillen, een beetje aan het klimmen en het mooie was, dat die beesten uit je hand aten! Jazeker, pak een banaan, snij een stukje af en je hebt binnen luttele seconden je banaan geruild tegen een paar milliliter apenkwijl. Ach, de ervaring was leuk, zullen we maar zeggen.

Voltzberg

Een dag later gebeurde het. De wandeling en de beklimming naar de Voltzberg stond op het programma. Man, man, man, wat is dát afzien zeg. Allereerst ben je de hele dag acht en een half uur aan de wandel. Acht en een half! Daarnaast was het pad ook nog eens overal ongelijk, heuvelachtig en vol met obstakels, zoals dunne, krakkemikkige boomstammetjes die je over een plasje leidden, groepjes spekgladde stenen, kriskras verspreid over een plasje waar je als een gazelle overheen moest huppelen of kleine modderbaden waar je tot over je enkels inzakte. En dan vier uur lang (de terugweg duurde maar drie en een half uur, god mag weten hoe dat kan). En ook hier weer: prachtige natuur, maar na vier uur ben je dat wel een klein beetje beu en wil je toch een keer bij de voet van de Voltzberg zijn. Bedenk dan ook nog dat de paden smal waren en dat wanneer je met iemand wilde praten, je eerst een uilmanoeuvre met je nek uit moet voeren om fatsoenlijk een gesprek met iemand te kunnen voeren. En dat is het 'm vooral. De eentonigheid van die wandeling maakte het een doodsaaie bedoeling.

Vier uur later, voet van de Voltzberg. Eindelijk, dacht ik. De Voltzberg is een granietberg. Een uniek beeld. De hele jungle is redelijk plat. Heuvelachtig, ja, maar er zijn nergens in de omgeving echte bulten die boven de rest van de jungle uitsteken. En dan staat daar de Voltzberg. Als een grote, grijskleurige, granieten wrat steekt die berg uit boven de rest van het junglelandschap. Een uniek aanzicht en zo onwijs bijzonder omdat je vier uur lang door de jungle hebt gewandeld en opeens, uit het niets, aankomt bij de voet van een berg die compleet afsteekt tegen de rest van de jungle. Een vreemde gewaarwording, maar tegelijkertijd een prachtig, onbeschrijfelijk aanzicht. De beklimming van de Voltzberg duurde een halfuur en als je de foto's bekijkt (die ik er ergens deze week op de blog ga zetten), zie je dat de Voltzberg bijna in een hoek van negentig graden op de jungle staat. "En daar moeten wij op zien te klimmen?", hoor ik Elise nog vol verbazing, ontzetting en moedeloosheid zeggen. Gelukkig was er een stuk van de Voltzberg dat we niet konden zien en dat was, tot groot genoegen van de ganse groep, wat minder steil. 

De laatste klim was bijzonder zwaar en ik heb al redelijk wat sauna's in mijn leven meegemaakt, maar de beklimming van de Voltzberg is toch wel next level. Een natuurlijke trap die je been bij elke stap een stroomschok lijkt te geven en een helling waarbij jezelf aan een touw omhoog moet trekken. Het laatste stuk bestond uit een helling waarbij je tegen de granieten wand van de Voltzberg opkroop, met handen en voeten grip zoekend, klauterend als een aap. En dan bereik je de top. De top van de Voltzberg. En even, héél even, vergeet je alles wat er is. Al die moeite, al dat gezweet: het moment dat je de top bereikt, valt alles in het niet bij het gevoel dat je dan ervaart.

Ik was als eerste boven. Buiten het feit dat dat ongelofelijk stoer van mezelf is (ik geef mezelf nog steeds schouderklopjes en plak nog regelmatig een belonende sticker op mijn voorhoofd), was dat een van de meest bijzondere momenten in mijn hele leven. Eerst besefte ik niets. Ik was uitgeput en verdronk bijna in mijn eigen zweet. Na een paar seconden bekomen van die klim, keek ik om me heen en viel mijn mond open. De Voltzberg is kaal op de top: er staan enkele struikgewassen maar zo'n 95% van wat je op de top ziet is graniet. Ik weet nog dat ik een houterige pirouette maakte, en alles om me heen in me opnam. Overal keek ik uit over de jungle. Een gevoel van euforie, blijdschap en trots vervulde me op dat moment en enkele seconden later luisterde ik. Ik hoorde niets. Maar dan ook niets. He-le-maal niets. Als je 's nachts in bed ligt, hoor je nog wel eens krekel wat geluiden maken, een dorpsgek over straat schreeuwen, of desnoods je eigen gedachten tekeer gaan. Op dat moment niet. Geen krekels. Geen dorpsgekken. Geen gedachten. Pure stilte. De tijd stond stil. Zelfs van de levende jungle hoor je niets wanneer je bovenop de Voltzberg staat. Rust. Stilte. Sereniteit. Het is een maand geleden dat ik op de berg stond, maar ik kan me dat gevoel nog herinneren alsof ik vanochtend nog de klim gemaakt had. En toen kwam Luuk, hijgend en puffend aangelopen, op korte voet gevolgd door Iris. En bedankt, weg was de rust.

Papa en Marjo hadden de klim ook gedaan en ik zag dat ons pap hijgend op een steen zat, handjeklap deed met Ellen (Iris' moeder) die enkele seconden later de top had bereikt. Marjo kwam een paar minuten later boven. Je kent het wel, er moeten foto's gemaakt worden op zo'n moment. Even aan de rest van Nederland laten zien hoe leuk je het wel niet hebt. Dus ik klaar om ze allebei op te trommelen voor een impromptu fotoshoot, maar papa was intussen verdwenen. Ik keek even in het rond, maar je verstoppen op de top van de Voltzberg is nog moeilijker dan je verstoppen voor de kus van die ene vieze tante op je verjaardag. Dadelijk is hij van de berg afgedonderd, dacht ik, linea recta in de vergetelheid van de Surinaamse jungle! "Ik heb hem niet gezien," zei Marjo nog toen ik haar vroeg of ze papa nog was tegengekomen onderweg naar de top. Dus ik klauter als een stuk brandhout die steile helling weer af en ja hoor, daar zit hij. Blijkt die clown dus naar beneden te zijn geklommen! "Ja, ik dacht dat Marjo niet naar boven ging, maar ik weet niet waar ze is," zei hij. Er was maar één grote rots die het zicht van de top naar het punt waar papa zat versperde, en die twee weten het voor elkaar te krijgen om precies bij díé rots langs elkaar heen te lopen. "Nu ga ik niet meer naar boven," lachte hij. Ik draaide mijn lichaam 180 graden en zuchtte. "Ik wil nog een paar foto's," zei ik. Zo moe als ik was toen ik voor de tweede keer bovenkwam, ben ik zelden geweest.

Raleighvallen

Alles bij elkaar opgeteld, waren we zo'n tien uur later bekaf weer terug op Fungu Eiland. Uitrusten, was de tip die we kregen. Echter, een paar uur later kwam er weer bandje indianen trommelen en al snel raakte het einde zoek toen de flessen Borgoe, bier, Mariënburg en Martini geopend werden en al het alcohol rijkelijk vloeide. Jeetje, wat ging het hard die avond. Wij verzorgden weer, net als bij Isri Kokro, een optreden van de jostiband en uiteindelijk was die avond die enerzijds zo mooi was, maar ik anderzijds ook graag wilde vergeten, weer een volle glorie terug. We eindigden op de rotsen die het strand vormden. Sterren kijken, flessen drank, rotsen en Surinaams gras. En ik bleek nog een volleerd astroloog te zijn ook. "Kijk, daar heb je de weegschaal," zei ik tegen Iris, zo overtuigend mogelijk. Met een zaklamp scheen ze naar de lucht. "Waar dan?", vroeg ze. Natuurlijk lulde ik uit mijn nek. Op mijn intuïtie vertrouwend, stuurde ik de zaklamp lukraak ergens heen. "Ja, daar zo," zei ik, toen ik vond dat we lang genoeg met die zaklamp aan schijnen waren. "Ja, ja, ja! De weegschaal!" Riep Shullivan, die aan de andere kant naast me lag (je weet wel, die jungleboy waarover ik het weleens heb gehad). Door het donker zag hij me niet, maar stomverbaasd keek ik voor me uit. Of ik daadwerkelijk een geboren sterrenkundige ben, of dat Shullivan er net zo weinig verstand van heeft als ik, laat ik voor het gemak maar even in het midden.

Een dag latĺer stonden de Raleighvallen (een indrukwekkende stroomversnelling) op het schema. Weer een wandeling, maar deze duurde maar een uurtje. Prima, dacht ik, dat kan ik met die vercrackte benen en die paar uur slaap wel aan. Hugo, een schele Surinamer met het haar van Bob Marley die volgens mij op Fungu Eiland woont, dacht daar anders over. Hij bracht ons ook naar de Voltzberg, maar onderweg naar de Raleighvallen nam hij de rol van verteller helaas ook op zich. Toen we aan de tocht begonnen, begon hij te praten over een boom. Interessant, dacht ik, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik niet meer weet waarover hij vertelde. Twee stappen later, tikte hij weer een boom aan. En weer een verhaal. Een tijdje later, waren we bij boom nummer twaalf of dertien beland en ik kon zowaar staand in slaap vallen. Ik keek om. Nog geen honderd meter terug zag ik het beginpunt van onze wandeling. Nogmaals checkte ik mijn telefoon en ik moest even slikken: we doen al meer dan een halfuur over nog geen honderd meter! Gelukkig bracht Rudi redding, want allejezus zeg, in dat tempo had ik mijn vliegtuig op 30 mei écht gemist en had ik nu nog naar Hugo geluisterd. 

Na zo'n halfuur lopen, riep Joey ons een halt toe. Ik weet nog hoe hij verschrikt vooruit kijk. Zo'n twintig meter verder stond een groep everzwijnen op het pad, waarvan de grootste het dichtst bij ons stond en venijnig met een gebukt hoofd en gespreide poten onze kant uit keek. Ik was me van geen gevaar bewust, maar aan Joey's gezicht kon ik zien dat dit geen alledaagse koek was. Ik zag het everzwijn gestaag en dreigend, stappen naar ons toe zetten, nog altijd met een dreigend geknor. Joey maakte een gebaar dat we terug moesten en heel rustig zetten we stappen achterwaarts. Niet veel later kwam de rest van onze groep aanzetten en blijkbaar schrok dat de everzwijnen was. Eén luide kreet van papa zwijn, en de rest van de kudde stormde onder leiding van de baas de jungle in, waarna het onheilspellende geknor in de verte verdween. Een halfuur later bereikten we de Raleighvallen, en goeie grutjes, wat gaat dat water daar tekeer! We moesten héél voorzichtig zijn bij de rand van het water. Ik besloot op een rots te gaan zitten waar het water tot net onder mijn navel reikte en even later kwam papa naast me zitten en bij iedere golf voelden we ons lichaam naar achter geduwd worden en moesten we stevig vasthouden om ervoor te zorgen dat de kracht van het water ons niet de rivier in sleurde! Wel heerlijk verkoelend, want ik had inmiddels weer emmers met zweet geloosd. 

Toen we thuis kwamen drong het besef pas echt door hoe mooi deze trip wel niet was. Duidelijk de mooiste trip die ik heb gedaan, niet alleen door de dingen die je hebt gezien, maar ook het gevoel dat je iets hebt bereikt, dat je iets hebt gedaan waar je echt wel trots op kunt zijn. 

Dolfijnen, of toch niet?

De rest van de week is rustig verlopen: we hebben een rondleiding gehad op mijn stageschool, we zijn veel wezen uiteten, we hebben door de winkelstraten van Paramaribo gewandeld en we hebben Javaanse bami gegeten bij de waterkant ("een van de lekkerste dingen die ik ooit gegeten heb!" zei vaders enthousiast). We zijn ook nog naar Braamspunt geweest, een strand waar na het vallen van de avond zeeschildpadden het land op komen om hun eieren te leggen. Ga ik niet te veel op in, omdat ik daarna nog twee keer naar Galibi ben geweest (waar ook gigantische zeeschildpadden te zien zijn). Trip was gezellig, maar we merkten gelijk dat we niet met Rudi en consorten waren geweest: aan het begin van de trip stond op de planning dat we dolfijnen gingen spotten. Nou, ik heb geen dolfijn gezien. Er werd niet eens moeite gedaan! We kwamen aan land en ik weet nog wat die reisgids zei: "jammer, geen dolfijnen gezien." Doe dan moeite! Geef mij dat baantje en ik had het beter gedaan, daar durf ik een euro of vier op te wedden. Later gingen we dus die zeeschildpadden spotten (nadat we een vaag groepsprocesbevorderend spel deden waarbij we elkaars handen vasthielden, in een cirkel gingen staan en op commando stappen naar voor, achter, links en rechts moesten zetten, geen idee wat de lol of het nut was), maar op een gegeven moment moesten we muisstil op het strand blijven zitten terwijl die gast naar schildpadden ging zoeken. Anderhalf uur doodstil op dat strand gezeten en onze reisgids was nog steeds spoorloos. Afijn, we hebben er wel een paar gezien, maar over de zeeschildpadden zal ik de volgende blog wat meer vertellen. Eén ding is zeker: Jennytours, die kun je vast met een dikke, rode, watervaste stift van je lijstje van tourorganisaties afstrepen mocht je ooit van plan zijn naar Suriname te gaan. 

Nou, dat was het weer! De volgende blog zal (hopelijk) spoedig volgen en die zal over de tweede familieweek gaan waarin moeders en broeder neerstreken op het gracieuze land dat Suriname genoemd wordt. Doei doei!

Niels Verbiesen

7 Reacties

  1. Oma Beugen:
    19 mei 2017
    wat een verhaal en dat op de vroege ochtend wat heb ik weer genoten je zult onderhand wel kilo,s afgevallen zijn niets voor mij al dat water en dat geklauwter op die berg maar vind het wel fijn als je weer in Vianen. bent doei Niels en dikkie knuffel Oma
  2. Angela:
    19 mei 2017
    Prachtige blog Niels echt weer genoten, ik snap best dat het een dubbel gevoel geeft afscheid te moeten nemen, maar dat je het ook weer fijn vindt om naar Vianen terug te keren met alles wat daar bij hoort!! Maar wat zal ik je prachtige "Blogs" dadelijk gaan missen....heb je daar ook iets op bedacht....grapjuhhhh Niels!!! Liefs Angela Xxxx
  3. Opa en oma:
    19 mei 2017
    Wat een belevenissen weer....en wat een sportieve prestatie!! Weer schitterend verteld Niels! Ja....nu gaat het snel...die laatste dagen....we zien met veel plezier je volgende blog tegemoet! Groetjes van opa en mij xx
  4. Monique Verbiesen:
    19 mei 2017
    Wat maak je er toch een prachtige ervaring van! Schitterend, dat pakt niemand je ooit af. En wat fijn dat Pap en Marjo en Mama en Joost met eigen ogen hebben kunnen zien hoe het leven daar is.

    Een dingetje......... kans van 1 op 3 dat ik die vieze tante ben, waar je je voor zou willen verstoppen op je verjaardag...

    Liefs, xxx
  5. Truus Hermans:
    19 mei 2017
    Niels,
    Mooie blog weer! Jouw blogs zal ik missen al je weer in Nederland bent, of heb je nu de smaak zo te pakken dat je doorgaat met bloggen over je belevenissen in Vianen en omstreken?
    Wat spelling betreft: het is een 'Kapucijnaapje' (je spellingbewustzijn sloeg alarm bij dat woord), maar ook 'een granieten wand' en niet 'want'. Waarschijnlijk waren je hersens opnieuw overhit bij de gedachte aan de beklimming van de Voltzberg?
  6. Kees Jan:
    21 mei 2017
    Mooi verhaal: na al je verhalen moet ik echt een keer zelf gaan kijken!
    Ben je al klaar op school of komt dat nog? Ik lees graag hoe dat was.
    Mooie laatste dagen!
    Kees-Jan
  7. Piet lamers:
    21 mei 2017
    Niels weer een mooi verhaal over de natuur daar .maar pap moet toch aan zijn conditie werken zo te horen. Ik wacht weer op de volgende blog en wens je de laatste dagen nog veel plezier daar