Zonneschijn na regen

4 mei 2017 - Paramaribo, Suriname

Hallo allemaal!

Goh, hoe lang is het inmiddels geleden? Bijna een maand? Ja hoor, ein-de-lijk weer een blog, na een radiostilte van zo’n drie weken. Waarom zo lang geleden, vraag je je dan af? Nou kijk, de afgelopen twee weken heb ik bezoek gehad. Ga ik lekker niet op in, dat komt in mijn volgende blog. Deze blog zal, zoals beloofd, in het teken staan van stage. Inmiddels is het einde bijzonder dichtbij: waar ik na mijn vorige blog net over de helft van mijn tijd hier was, is bij het schrijven van dit exemplaar de laatste maand inmiddels ingegaan.

Heimwee?

En kijk ik uit naar het einde? Nee, absoluut niet. Ik heb het al eens eerder verteld, maar de tijd lijkt enerzijds heel traag te gaan door de vele dingen die je meemaakt en door het feit dat ik me zo ingeburgerd voel alsof ik hier geboren ben, maar anderzijds lijkt de tijd ook weer snel te gaan omdat ik nog minder dan vier weken hier te vertoeven heb. En dat knaagt wel aan me. Alsof ik een muggenbult heb (of ja, die heb ik ook, onmogelijk te vermijden in Suriname) die na verloop van tijd steeds meer gaat jeuken. Dat je blijft krabben, maar de jeuk alleen maar erger en de bult alleen maar groter wordt. Ik denk redelijk vaak na over 30 mei, de dag dat het onontkoombare afscheid van Switi Sranan plaats zal vinden. Het is anders dan 14 februari, waar ik vrienden en familie uitzwaaide, omdat ik op dat moment wist dat het een kwestie van tijd zou zijn voor ik iedereen weer ga zien. Ik heb inmiddels zoveel mensen ontmoet en met een aantal daarvan een mooie band opgebouwd, maar ik weet dat ik een groot deel van die mensen na 30 mei waarschijnlijk nooit meer zal zien. En die dag is nog maar een miezerige 26 dagen van vandaag verwijderd. Van de ene kant denk ik daar liever niet over na, van de andere kant schiet de gedachte de laatste tijd erg vaak door mijn hoofd. Laat ik van die laatste maand maar het beste maken. Het allerbeste.

Internaat

Eerst wil ik nog wat anders vertellen voor ik begin over stage. Volgende week begin ik namelijk met de huiswerkbegeleiding bij een internaat hier in Suriname. Aanvankelijk zou ik vrijwilligerswerk gaan verrichten in een weeshuis, maar dat plan is zonder aanwijsbare reden vervlogen. Afijn, maakt mij ook niet zoveel uit, dit lijkt me ook leuk. De bedoeling is dat ik twee avonden in de week (maandag en dinsdag) huiswerkbegeleiding ga verzorgen in een internaat. Dan denk je, internaat? Komt Niels dan in een of ander gekkeninstituut terecht vol met Surinamers die demonische teksten met bloed op de muren kalken terwijl ze spastisch bewegend op een macabere toon tegen zichzelf praten? Nou, dat plaatje schoot bij het woord ‘internaat’ wel even door me heen, maar gelukkig blijkt niets minder waar te zijn. Het is gewoon een soort gigantisch studentenhuis waarin bosnegers (ja, bosnegers, kom ik zo even op terug) uit het binnenland de week doorbrengen omdat ze in de stad willen studeren en vanwege de reistijd zich niet kunnen veroorloven om iedere dag die afstand te overbruggen. Die bosnegers zijn tussen de 13 en 24 jaar en er zitten louter jongens in het internaat. Qua orde houden, gaat dit mijn grootste uitdaging tot nu toe worden, gezien de masculiene cultuur (mannen mogen doen en laten wat ze willen) die hier in Suriname heerst en gezien het feit dat ik in aanraking kom met mensen die ouder zijn dan ik! Benieuwd, benieuwd, zal wel een hele leerervaring worden, maar wanneer ik een blanke blondine met blauwe ogen zou zijn, had ik daar nooit van mijn leven ook maar één stap op het terrein gezet.

Ruw klinkt dat trouwens, hé, een bosneger? Valt reuze mee. Dat vind ik tegelijkertijd een van de fascinerende eye-openers hier in Suriname. Ik had al eerder verteld over de manier waarop de verschillende culturen hier als een legpuzzel in elkaar vallen. De Javanen zijn het water, de Hindoestanen de lucht, de Creolen het bos, de bakrastagiaires de bergen: allemaal verschillende onderdelen (aparte groepen) van de puzzel, maar toch één kloppend, samenhangend en samenwerkend geheel. Geen stukjes waarvan de randjes vervormd zijn of waar een stukje van is afgebroken. Dat samenhangend geheel zorgt er dus voor dat de racisme-kaart nooit wordt gespeeld; althans, niet wanneer ik in het bijzijn ben geweest. Het woord ‘neger’ kent in Suriname dan ook geen enkele, maar dan ook geen enkele, negatieve lading. Want waarom zou het ook? Het woord neger is toch gewoon de benaming voor iemand met een zwartgekleurde huid? Waarom zou zo’n woord in godsnaam een belediging moeten zijn? Ooit heeft het woord negatieve lading gekregen, maar waarom? Bekijk het eens zo: stel, vanaf morgen wordt bepaald dat het woord ‘benzinepomp’ kwetsend kan zijn. Een jaar later is het opeens een vast scheldwoord geworden. Weer een jaar later, word ik in de boeien geslagen wanneer ik ‘benzinepomp 4’ zeg tijdens het betalen voor een gevulde tank van mijn Toyota Starlet. Snap je het punt? Een woord als ‘kut’ heeft nog betrekking op een intiem schaamdeel, een oorzaak om het woord als beledigend te zien. Het woord ‘tyfus’ verwijst naar een ziekte, wat ook als beledigend kan worden gezien. Maar het woord ‘neger’? Een verwijzing naar een persoon met een zwarte huidskleur? Misschien een ridicuul voorbeeld, maar spreek een willekeurige Surinamer in het centrum van Paramaribo aan en hij denkt er precies zo over. In Suriname noemen negers zichzelf negers. Niet als geuzennaam, zoals Ajacieden zichzelf joden noemen, nee, maar omdat ze dat zijn. Een taxichauffeur zei ooit tegen me nooit naar Nederland te willen verhuizen: “dan kan ik mezelf niet eens meer een neger noemen zonder dat ik raar word aangekeken.” Een donders sterk punt, vond ik. Nederland, prima geregeld, maar qua racisme is het einde zoek.

Examenles

Tja, mijn punt is wel gemaakt, lijkt me zo. Maar toch even door naar stage. Stage gaat goed, heel erg goed. Zoals ik in mijn vorige blog over stage al vertelde, geniet ik enorm veel vrijheid van mijn begeleiders in het lesgeven en in mijn doen en laten in het algemeen. Ik zou voor de vakantie mijn eerste examenles gaan geven, maar mijn beoordelaar zegde tot twee keer toe af en zodoende was ik genoodzaakt mijn examenles uit te stellen tot deze week (welkom in Suriname, no spang, alles komt wel). Wat houdt zo’n examenles in? Er komt een docent van buitenaf (het IOL, de lerarenopleiding in Suriname) meekijken om je les te beoordelen. In totaal geef je twee examenlessen. De eerste is vandaag dus gegeven. Wat ik voor punt had? Even doorlezen! (Op school geleerd, schrijverstrucje, probeer vragen bij de lezer op te roepen waardoor hij doorleest.)

Je vraagt je vast ook wel af wat ik tijdens mijn examenles heb gedaan. Nou, ik heb een les over spreken en luisteren gegeven. En zoals we in Nederland gewend zijn, gooi je een leuk element in je les. Aan het einde van de les moesten leerlingen in staat zijn om op basis van een aangehoorde tekst een samenvatting te schrijven. Ik wilde de les beginnen met het activeren van de voorkennis, zodat de leerlingen in de stemming zouden komen en wat meer zouden nadenken over dat waar we het over gaan hebben. Nou, aantekeningen hebben die kinderen al eens gehad en daarmee kan ik mooi een link leggen met het schrijven van een samenvatting, was mijn gedachtegang. Vervolgens een schema gemaakt met punten die ik op inductieve wijze (niet voorzeggen, maar de input bij de leerlingen leggen) uit de leerlingen wilde gaan zuigen. Trefwoorden, belangrijkste zaken, afkortingen, overzichtelijkheid, dat soort zaken. Dat is belangrijk bij het maken van aantekeningen. Vervolgens wilde ik de leerlingen een tekstje tweemaal voorlezen en aan de leerlingen de taak om aan de hand van het schema aantekeningen te maken bij het tekstje en de essentie van de tekst vast te leggen. Daarna natuurlijk terugkoppelen: wat hebben we zojuist gedaan? Hup, pats, boem, een samenvatting gemaakt! Ta-da, doel van de les duidelijk en de link tussen de voorkennis en de te leren stof benoemd. Nu het spreekelement nog. En toen dacht ik aan ‘Ik hou van Holland’. Geen grap, maar welke imbeciel denkt op een vrijdagavond wanneer het zweet nog als een waterval over je voorhoofd stroomt door de immens hoge temperaturen, nou aan ‘Ik hou van Holland’? Niels Verbiesen. Nee, ik heb geen heimwee. Dat begrip is me hier onbekend. Enfin, in dat overenthousiaste spelprogramma, komt ook een spel met een ‘doorgeefverhaal’ voor. Weet je wel, een tekst die je telkens aan de volgende speler moet doorgeven in de hoop dat het verhaal bij de laatste speler nog zoveel mogelijk lijkt op het origineel, te checken door een extra versie van de tekst waarin een aantal belangrijke trefwoorden dikgedrukt staan. Het team met de meeste overeenkomstige trefwoorden in het eindproduct wint. Nou, perfect: spreken en luisteren. En ook nog eens een samenvatting maken. Ik besloot om van elke rij een team te maken. Om te zorgen dat ze niet bij de buren konden afluisteren, maakte ik twee verschillende teksten, zodat afluisteren nog minder nut zou hebben dan een handstand maken en wachten tot je sokken afzakken. De voorste leerling kreeg een tekst om voor te lezen, iedere leerling daarna zou de tekst moeten samenvatten en zijn versie moeten doorgeven aan de volgende leerling terwijl. De laatste leerling hoefde slechts te luisteren en de definitieve samenvatting op te schrijven. Van tevoren markeer ik in beide teksten tien trefwoorden die ik belangrijk achtte. Nou, de winnaar… een heerlijke, Hollandse stroopwafel.

Een groot verbeterpunt van mij is mijn organisatorische competentie. Wat zeg ik, met afstand mijn grootste verbeterpunt is mijn organisatorische competentie. Bij het vormgeven van deze les besefte ik dat ik mezelf héél erg op de proef ging stellen en dat ik nog een zware kluif zou gaan krijgen met het verloop van deze les. Waarom zou deze les zo lastig gaan worden? Alles moest in de puntjes perfect kloppen. Ieder aspect van de les moet geordend verlopen. Volgens mijn planning moet ik ervoor zorgen dat zes groepjes tegelijkertijd een spreekopdracht goed uitvoeren. Daarnaast moet je rekening houden met leerlingen die geen spreek- of luisterbeurt hebben. Hoe houd je die bezig? Ook de tijdsplanning leek me een dingetje: veertig minuten om zoveel dingen af te werken! Ik concludeerde dat mijn organisatie deze les perfect moest zijn. Ik fronste tijdens de voorbereiding meermaals mijn wenkbrauwen wanneer ik erover nadacht of dit wel écht de juiste keuze voor mijn examenles zou zijn: mijn grootste klopgeest die mij al mijn hele leven achtervolgt, frontaal confronteren tijdens een van de belangrijkste momenten dat ik in Suriname ben. Maar een flinke uitdaging moet kunnen, dacht ik, dus ik besloot met deze voorbereiding in zee te gaan. Niels zou Niels niet zijn als hij die uitdaging uit de weg zou gaan. Schouderklopje voor mezelf.

Laconiek was de sfeer toen ik vandaag op school kwam. Laconiek, want vele docenten wisten dat ze vandaag geen les zouden gaan geven. Zoals jullie misschien wel weten, zijn er volop stakingen gaande in Suriname. Deze week was niet anders. Dinsdag de 2e mocht ik na een halfuur naar huis. Ik kon wel blijven, maar dan zou ik de enige op het gehele schoolterrein zijn en vanwege de gesloten hekken zou ik dan verplicht zijn geweest om er te overnachten. Vandaag was niet anders: wederom stakingen en het gros van de docenten verliet het pand om het centrum in te trekken en zich bij het massaprotest te voegen. Maar mijn examenles ging door. Ik zou toch potverdorie zelf niet degene zijn die de derde poging tot een examenles af zou blazen, nadat mijn beoordelaar van buitenaf dat de vorige twee keer had gedaan? Kosten wat kost, mijn examenles moest en zou doorgaan. Alle leerlingen werden naar huis gestuurd, op twee klassen na: B3-2 en B3-1. B3-2 omdat het mijn klas was en B3-1 omdat bleek dat meer dan de helft van B3-2 afwezig was, omdat de ouders vanwege de stakingen hun kinderen niet naar school stuurden. Ja, ik gebruik een eufemisme als ik zeg dat het Surinaamse onderwijs een onrustige periode doormaakt. Mijn examenklas telde 22 leerlingen, een mengelmoes van die twee klassen waarvan ik de helft niet kende (tot mijn grote frustratie: na twee en een halve maand kon ik de naam ‘Raghnie’ eindelijk uitspreken, blijkt ze niet op te komen dagen). Bovendien had ik me ingesteld op een klas van 30 leerlingen, met misschien één of twee afwezigen. Met de beoordelaar van het IOL had ik ook een tijd afgesproken: 10.15, de aanvangstijd van lesuur nummer 5. Dat betekent dat de directrice ervoor had gezorgd dat die 22 leerlingen vanaf 7.15 (dus drie uur lang!) in de klaslokalen uit hun neus hebben gegeten. Ik had het geweten, als ik een van die leerlingen was: ik had het verrekt om ook maar een vinger uit te steken tijdens die examenles van die blanke die over een maand toch weer weggaat, wetende dat de rest van mijn school al drie uur van een verlengde vakantie aan het genieten is. Desnoods had ik een confettikanon of iets dergelijks meegenomen, om er in ieder geval voor te zorgen dat er nog wat te beleven viel in de klas.

Ondanks het gegeven dat leerlingen in Suriname over het algemeen behoorlijk druk en actief zijn, hebben ze wel veel respect voor de docent. Tot mijn genoegen wisten ze ook dat respect te tonen tijdens mijn examenles. Ze begrepen dat die les voor mij veel gevolgen zou hebben en wisten genoeg concentratie en inspanning te bieden om het voor mij wat eenvoudiger te maken om de les goed te laten verlopen. En de les verliep ook goed, vooral toen ze hoorde dat ik een competitief element met een beloning toegevoegd had in mijn les. Mijn punt? Een nette 7. Een 7 waar ik heel erg trots op ben, mede  omdat ik na de les verdronken in het zweet (de regentijd is dan weliswaar begonnen, maar de temperaturen blijven vrolijk rond de 28 hangen) het lokaal uitstapte. Waarom zoveel voldoening voor een 7? Ik besefte dat ik de lat hoog had gelegd en zojuist de moeilijkste les uit mijn leven had gegeven. Enorm veel zaken op de dag zelf die nog tegen zaten (waardoor je wel héél goed leert te anticiperen op een veranderende situatie) en net zoveel uitdagingen voor mij op het gebied van organisatie die ik zelf in mijn les had gestopt en ondanks dat, heb ik het allemaal tot een goed einde gebracht. Weet je, eigenlijk ben ik behoorlijk trots op mezelf! Ik weet van mezelf dat dit een les is geweest waarop ik verder kan bouwen. Ik heb me veertig minuten uit de naad gewerkt, gelopen en gekeken en hoewel er zeker verbeterpunten waren (iets te korte introductie, iets te lange uitleg, vier minuten over tijd, en nog wat kleine dingen), kan ik na deze les concluderen dat ik de afgelopen weken stappen heb gemaakt, misschien wel de grootste stappen in mijn tijd als beginnend docent, omdat er voor het eerst in bijna drie jaar werd gezegd dat de organisatie binnen de les redelijk goed (niet perfect, maar redelijk goed) was. Dat is iets waar ik iedere stage aan heb proberen te werken, maar wat me nooit écht gelukt is. Nu weet ik dat ik de focus heb en kan opbrengen om hierin zelf beter te worden. Nou, de blog is klaar en ik sla even een biertje open. De volgende keer ga ik vertellen over mijn vakantie. Hoeveel blogs daarvoor nodig zijn, laat ik nog in het midden.

Oh ja, voor ik het vergeet, even een shoutout naar Vianen. Zag laatst een stukje over de herdenkingsboom en toen moest ik wel even slikken. Wat een weergaloos mooi idee om die herdenkingsboom te plaatsen. Echt enorm bijzonder. Vince, we blijven je altijd missen, maar nog zelfs een klein beetje extra in deze tijden!

Tot ziens,

Niels

14 Reacties

  1. Angela:
    4 mei 2017
    Niels, wat heb ik weer genoten vanje blog!!En Jaaaa, je hebt helemaal gelijk er komt ook een tijd van afscheid, maar vele van ons zullen nooit in het mooi "Suriname" komen maar door jou geweldige mooie blogs, had ik toch steeds het gevoel dat je me hèèl mee nam naar dit mooie land.....Maar gelukkig nog een paar blogs te gaan!! Dankjewel Niels!! Liefs Angela Xxx
  2. Neel:
    4 mei 2017
    Niels
    Proficiat met je 7 met voor jou een gouden organisatorisch randje. Overweeg je niet om er nog een paar maanden stage aan vast te plakken?? 30 mei dat betekent zoiets als nog 1 of 2 blogs..... weer een superleuke om te lezen!!
    Groetjes Neel
  3. Anny:
    4 mei 2017
    Prachtig geschreven Niels en wat gaat de tijd toch snel ,over 26 dagen ben je weer hier ,begrijp het wel dat het afscheid moeilijk zal worden maar wel een hele ervaring rijker nemen ze niet meer van je af gr Anny
  4. Opa en oma:
    4 mei 2017
    Niels, jongen.....wat zijn we allereerst blij met je mooie prestatie: een dikke 7!! maar het leukste van alles is: we waren er weer even bij, bij jou in Suriname....opa en oma op vakantie...hahaha. Tot gauw weer kerel! xx
  5. Kees Jan:
    4 mei 2017
    Hallo Niels,
    Mooi verhaal weer en gefeliciteerd met je 7! Hoe vind je het om een cijfer voor je les te krijgen? Wij op het ILS doen dat niet per les: ligt er nu meer druk op om goed te presenteren? Vind je dat wij ook cijfers voor een les zouden moeten geven?
    Veel plezier deze laatste maand in SU.
    Kees-Jan
  6. Oma Beugen:
    4 mei 2017
    wat was het geweldigdat les geven zo enook nog een 7 heb je goed gedaan ben trots op je Nielsen je blog was ook mooi lees het wel vaker om het goed in mij op te nemen groetjes en een knuffel Oma doei
  7. Piet lamers:
    4 mei 2017
    Niels proficiat met je goede 7. Het was weer een pracht verhaal maar wat gaat de tijd snel.maar de cultuur is er heel anders dan in Nederland wat afspraken betreft .Nielsik wacht alweer op het volgende verhaal.groetjes van uit Vianen
  8. Theo Basten:
    4 mei 2017
    Weer mooi geschreven Niels ! En een 7 een mooi punt. Geniet nog van jouw laatste weken daar. Groet Theo.
  9. Truus Hermans:
    4 mei 2017
    Niels,
    Toen ik je lesopzet las, dacht ik al: OEPS, JIJ DURFT. Knap dat de les goed verlopen is. Dit biedt perspectief voor je komende stages.
    Groet,
    Truus
  10. Hullie pap:
    4 mei 2017
    Nilles, ik weet precies wat je bedoelt met die klopgeest. Die zeven mag je wat mij betreft als een dikke tien zien. Het viel mij al op hoe je als mens gegroeid bent toen ik bij je was twee weken geleden. Verbaast me dus niet helemaal dat je ook als docent bent gegroeid. Groeten van een gruwelijk trotse pap!
  11. Anny:
    4 mei 2017
    Och Niels je bent zo trots op je punt en nu vergeet ik toch om je te feliciteren met je knappe 7 goed gedaan !!!!!! Bij deze dus
    Gr en tot over een maandje toi toi
  12. Niels Verbiesen:
    4 mei 2017
    Kees-Jan,

    Enerzijds vind ik het heerlijk om een punt voor mijn lessen te krijgen. Het is natuurlijk een waarde die aan je les gegeven wordt. Je kunt dus een juiste inschatting maken over je eigen prestatie.

    Anderzijds vind ik het niet goed. Hoewel ik geniet van een zeven, blijft één les een momentopname, waarin plots veel fout kan gaan. Een beoordelaar van buitenaf brengt al druk met zich mee (denk aan het meekijken van de abi/abs tijdens de WPL-stages op de HAN) en doordat er een punt aan je les gegeven wordt, wordt die druk alleen maar vergroot, waardoor in mijn ogen de kans dat dingen fout gaan, groter is, wat een onreëel beeld geeft van de kwaliteit van je lesgeven.

    Dus nee, hoewel een hoog punt goed voelt, zorgt het naar mijn mening voor een té troebel beeld van je docentskills.
  13. Monique Verbiesen:
    4 mei 2017
    Super Niels! Wat een lef om je les zo op te zetten, toppie! Heel erg leuk om te lezen hoe je het met je ruime fantasie, een klas uitdaagt om op een hele leuke manier toch vanalles te leren!

    Ik kijk uit naar je blogs over de vakantie, je hebt iedereen een onvergetelijke tijd gegeven. Super hoe je dat allemaal hebt geregeld!
    Liefs Tante Monique xxx
  14. Joost:
    6 mei 2017
    Acrostichon