Tarzan in de jungle: deel 2

27 februari 2017 - Redi Doti, Suriname

Plantages

Onze reisleiders, echt weergaloos. Maar goed, het tripje zelf. Eerst gingen we naar de plantages van Gelderland. Ik hoor je al denken, Gelderland? Dat is toch in Nederland? Klopt uiteraard, maar in Suriname zijn er veel gebieden en plaatsen vernoemd naar locaties die wij ook in Nederland kennen. Gelderland is zo'n gebied. Deze plantages kennen nog geen toerisme. Maar Rudi, een man met veel connecties, zorgde dat wij wat konden zien van die plantages. Ongerept, niet aangetast of beïnvloed door toerisme, maar zoals de plantages écht zijn. Die plantages zijn prachtig en indrukwekkend. We hebben er nog niet veel van gezien, maar het tipje van de sluier is gelicht. Een dag eerder regende het de hele dag. Het plan was te brommeren door die plantages heen, maar een groot deel van de natuur was door de regen onbegaanbaar geworden, waardoor we maar een klein stukje van de plantages hebben kunnen zien en maar een klein stukje hebben kunnen brommeren. Niet getreurd, dacht ik, we komen nog wel een keer terug. 

Tussen de middag kregen we bami. Echt lekker. En eigenlijk lust ik geen bami (ik lust helemaal geen Chinees, eigenlijk), maar dit was anders dan mama's bami. Dit was namelijk lekker! (Mama, je kan echt heel lekker koken, maar jouw bami staat niet bovenaan mijn lijst met favoriete gerechten.) Die bami was, behalve lekker, ook extreem pittig. Echt extreem pittig. Ik houd van pittig eten, maar dit was absurd. Het was net alsof ik een loden pijp die een paar uur in een kampvuur had gelegen, in mijn keel stak! En ik met mijn grote mond nog een paar Indiase pepers ertussen gesmeten. "Lekker man, pittig eten!" riep ik nog triomfantelijk. Nog geen dertig seconden later kon ik de brandweer bellen. 

Isri Kokro

Oké, plantages gezien, op naar de jungle waar we hangmatten uit gingen hangen om te overnachten. Die reis van de plantages naar de jungle duurde ongeveer een uurtje. Ondertussen keek ik mijn ogen weer uit hoor. Ditmaal wat minder vanwege de natuur die, ondanks haar onbeschrijfelijke schoonheid, inmiddels toch wel wat begint te wennen. Nee, deze keer stond ik te kijken van het verschil tussen rijkdom en armoede. Ik zag een aantal huizen staan, statig en imposant, met luxe, deftige auto's. Honderd meter verder zag ik kleine, bijeengeraapte hutjes, gemaakt van brandhout, gipsplaten en ander materiaal dat je op elke vuilnisbelt in grote getale aantreft. In Nederland zie je dat nooit, zo'n enorm verschil tussen rijkdom en armoede binnen een straal van 100 meter. Indrukwekkend, maar tevens ook zorgwekkend en schrikbarend om te zien. 

Ik was dus weer aan het dagdromen. Had m'n medicijnen dit weekend ook niet meegenomen, dan gebeurt dat ook wat vaker. Gelukkig zat Shullivan ook in het busje (een feestbusje: Rudi had een puike afspeellijst en een goede muziekinstallatie meegenomen). Shullivan had namelijk een doosje bij. Zonder enige aankondiging komt hij van zijn bijrijdersstoel af en wandelt naar achteren met een leguaan in zijn handen. Een leguaan! Had 'ie van de straat geplukt. Leuk om mee te nemen, dacht 'ie. Die leguaan deelde overigens zijn hotelkamer (lees: een doos) met een baby luiaard, ook gevonden en van de straat geplukt. Ik, stoer als ik ben, heb ze allebei natuurlijk vastgehouden. Voor foto's verwijs ik je door naar de fotopagina. Maar een luiaard, wat een beest is dat. Die onnozele blik, die trage bewegingen alsof dat beest een lichaamstemperatuur van -20 graden celsius heeft en dat schattige doch potsierlijke geluid dat dat beest maakt... Als gemoes niet had bestaan, had ik een nieuw lievelingsdier gehad.

Rond vier uur kwamen we aan in de jungle. We zijn niet diep in de jungle geweest, alleen aan de rand. Dieper de jungle ingaan staat nog op de planning. Tijd genoeg. Mijn kin zakte overigens wel een paar centimeter toen ik uit het busje stapte en de jungle met eigen ogen zag. Ik bevond me op een open vlakte met zand zo wit als sneeuw. Bomen waarvan de toppen ver boven mij uitstaken en struiken naast het pad die zo dicht waren dat je er niet doorheen kon kijken. Zo'n honderd meter verder zag ik een riviertje, waar ik een paar mensen in zag zwemmen. Het water was, zoals ik zei, pikzwart en zag er onnatuurlijk uit. Rudi vertelde me dat dat kwam door alle blaadjes die er door de jaren heen in gevallen waren en dat het water haar kleur daarvan heeft opgenomen, maar dat het water desondanks kristalhelder was en je er zelfs van kon drinken.  Her en der stonden ook houten hutjes waar mensen hangmatten onder hadden gehangen. Overal om je heen hoorde je ook geluid, het geluid van de levende jungle, van alles dat zich achter de struiken verschuilt, maar tegelijkertijd was het ook doodstil, een soort rust, die ik nog niet eerder ervaren heb, de sereniteit die je alleen op dit soort plaatsen meemaakt. 's Avonds hebben we ook nog een stuk of vijf wilde aapjes gezien. Geen grote, maar apen ter grootte van een bloemenvaas. Ze zaten wel bovenin de toppen van de bomen, springend van tak naar tak. Bijzonder om te zien, maar helaas te hoog om een goede foto van te maken. Maar dit is dus de ongerepte natuur, onaangetast door de mens. Zeker de moeite waard.

's Avonds begon het echte werk. Eerst hadden we een heerlijke barbecue gehad. Echt lekker. Tot een uur of negen hebben we een beetje gevoetbald, wat gezwommen, gechilld in de hangmatten, muziek geluisterd en cocktails van Rudi's 90%-drank gedronken. Verdomme, ik moet echt weten hoe die drank heet. Kan ik nog veel memorabele avonden mee beleven. Negen uur, maakten we het kampvuur aan. Tegen die tijd was het aardedonker buiten. Je hebt natuurlijk, buiten de verlichting die je zelf meeneemt, geen enkele lichtbron in de jungle. Je ziet geen hand voor ogen!  Oh wacht, ik merk dat ik weer afdwaal, dus we gaan terug naar het kampvuur. Joey toverde wat flessen borgoe tevoorschijn, Dino pakte een enorme fles bacardi, en het feest kon beginnen. 

Jostiband

Een uur later kwam een aantal Surinamers ten tonele, die niet bij onze groep hoorden. Directe afstammelingen van de indianen die vroeger in Suriname leefden. Rudi had ze geregeld en ze kwamen muziek maken. Ze hadden van die primitieve trommels bij zich, en van die kokers gevuld met allemaal zooi die geluid maken als je ermee schudt. Maar wat er die avond allemaal gebeurde, hield ik absoluut niet voor mogelijk. We hebben als een stel rasidioten om dat kampvuur heen gedanst. Als jij mij een maand terug had verteld dat ik daar zo met de rest om dat kampvuur heen zou dansen, had ik je pontificaal in je gezicht uitgelachen. Maar daar stonden we. Drinkend, rokend, dansend, schreeuwend. We hebben ook veel gefilmd, maar ik weiger dat terug te kijken. Echt. Ik kan nu, een week later, nog steeds niet geloven dat ik daar toen op die manier heb gestaan. En ik was niet alleen hoor! Rudi, Dino, Shullivan, Joey, Luuk, Guus, Wesley, Iris, Elise, Lotte en Sanne: allemaal. En die reisleiders ook weer... Joey kon geen woord meer zonder gestotter (sorry Jess) uitkramen, Shullivan gooide die borgoe als kraanwater in zijn nek, Dino stond als een bezetene van alles te schreeuwen in het Sranantongo en Rudi wilde met iedereen een dansje doen. Richting het einde hebben wij de boel nog even overgenomen. Een beetje geramd op die trommels. Die indianen even kennis laten maken met de jostiband. Eén van de allervreemdste ervaringen uit mijn hele leven. Ik was die avond even geen Niels Verbiesen meer. 

Redi Doti

 Die nacht heerlijk geslapen. Hangmatten zijn echt relaxt. 's Ochtends de hele boel ingepakt en we zijn weer op pad gegaan. De jodensavanne was vandaag aan de beurt. De jodensavanne is een soort openluchtmuseum, waar je de onaangetaste overblijfselen van een Portugese joodse gemeenschap kunt bekijken. Vroeger woonden er namelijk Portugese joden in Suriname. Je kon hier heel veel verschillende dingen zien: een waterbron met een (zogenaamd) genezende werking, de begraafplaatsen van de joden en van de niet-joden (die werden op andere locaties begraven), de ruïnes van een synagoge en een werf met een prachtig uitzicht over de Surinamerivier. Hier was Rudi ook op zijn best als het ging om zijn 'ruik-aan-dit-blaadje-en-ik-vertel-een-verhaal' gewoonte. Veel lol gehad hier, maar toch even een traantje weg moeten pinken. Dit is namelijk de plaats waar we afscheid namen van onze reiscompagnon de leguaan. We hadden hem weer vrijgelaten in z'n natuurlijke habitat. Ik ga hem wel missen, we hadden zo'n hechte band...

Al met al, heel veel meegemaakt in een anderhalve dag dus. Maar om de blogs iets interactiever te maken, gooi ik er een leuk raadseltje tussen. Die had Rudi verteld bij het kampvuur. Weet je wat? We maken er een prijsvraag van! De eerste die het juiste antwoord geeft, krijgt van mij een souvenirtje uit Suriname wanneer ik terugkom. Leuk hé? Nou, ben je er klaar voor?

We zijn op de Surinamerivier. Daar is een schipper. Jij woont aan de ene kant en die schipper komt altijd spullen voor jou naar de overkant brengen. Het bootje van de schipper is al heel erg oud en versleten en op een dag komt hij met een leeg bootje aan en vertelt hij je dat hij niets, maar dan ook helemaal niets meer kan vervoeren omdat zijn bootje anders zinkt. Het bootje is daar inmiddels veel te oud voor geworden. Jij baalt ontzettend, omdat je natuurlijk zelf voor spullen moet gaan zorgen. Toch heeft die schipper die dag iets aan je bezorgd. Maar wat heeft hij dan bezorgd?

Groetjes,

Niels

12 Reacties

  1. Opa en oma:
    27 februari 2017
    Lijkt wel een fantasieverhaal Niels! Onvoorstelbaar ander land. We hopen nog veel bijzonderheden over jou in Suriname mee te mogen beleven. We zijn ook keibenieuwd hoe het daar op de scholen aan toe gaat...tot gauw weer! xx
  2. Oma Beugen:
    27 februari 2017
    Hoe jij dat allemaal beleeft en het vertelt ik geniet er zo van en kijk er weer naar uit naar het volgende ik lees het niet een keer maar meerdere keren
  3. Anny:
    27 februari 2017
    Leuk verhaal Niels en ik heb mijn hersens al gepijnigd om er achter te komen wat die lieve man dan toch bezorgd heeft ???? Ik denk dat lege bootje !!!!! Groetjes en veel succes en plezier tot de volgende blog xx
  4. Oma Beugen:
    27 februari 2017
    Ik geniet elke keer van je mooie verhaal wist niet dat je zo goed vertellen kunt en wat de schipper mee bracht ik denk een speel goed bootje
  5. Truus Hermans:
    27 februari 2017
    Wat hij je bezorgd heeft: een duwtje in je rug om zelf initiatief te nemen en creatief te worden.
  6. Monique Verbiesen:
    27 februari 2017
    Prachtig Niels! Wat een beleving! En wat een prachtige foto's!
  7. Angela:
    27 februari 2017
    Tjee....Niels, wat ontzettend prachtiggggg geschreven weer!!!
    Ik heb allebei je verhalen achter elkaar gelezen en wat een mooie foto's, zo krijg je wel meteen een indruk waar jij je avontuur beleefd!!
    Groetjes, veel plezier en tot je volgende verhaal Niels
  8. Tiny en Irma:
    27 februari 2017
    Wat een geweldige verhalen Niels!!! Foto's zien er ook mooi uit!! We zien uit naar het volgende avontuur.
  9. Piet lamers:
    27 februari 2017
    Niels een prachtig verhaal en mooie foto s
    De schipper kwam een triest mededeling brengen. Wat een mooi land om daartegen zijn je steekt er veel van op.Niels groetjes van uit Vianen
  10. Kees Jan:
    1 maart 2017
    Je schrijft erg leuk, Niels. Ik ben nog nooit in Suriname geweest maar krijg steeds meer zin om een volgende keer Truus te vergezellen als ze die kant op gaat!
    Maar zoals een goed leraar betaamt: ik ben nu ook benieuwd naar zulke verhalen van je school, je lessen en natuurlijk je leerlingen. Ik neem aan dat die ook snel komen? :-)
    Veel plezier!
  11. Piet lamers:
    1 maart 2017
    Truus komt nooit in Suriname vind Nederland veel te mooi nog lang niet alles gezien al deugen die scholen hiier niet grote problemen in Nederland
  12. Ineke Hagemans:
    1 maart 2017
    Tarzan, wat een geweldige ervaring: je leert jezelf kennen en ontdekt nieuwe Nielsen. Ze waren er vast al, maar durven nu naar buiten te komen...wees er zuinig op. Veel plezier!