Bakrameester

8 maart 2017 - Paramaribo, Suriname

Hallo allemaal,

Inmiddels is mijn laatste publicatie al meer dan een week terug. De tijd vliegt! Waar zal ik het in deze reisblog eens over hebben... Ik heb de afgelopen week een hoop gedaan; een tripje gemaakt, mijn eerste lessen gegeven en ik ben eindelijk ingetrokken in mijn huisje.

Osso

Laat ik met dat laatste beginnen: mijn huis. Ja, ik woon er inmiddels twee weken. Exact twee weken. Had ik nog niet verteld, hé! Maar als je nu denkt dat het huis af is, kom je bedrogen uit. Kamperen onder je eigen dak vind ik overigens een perfecte omschrijving van de situatie waarin ik nu leef. Huisgenoot Lotte zit namelijk nog steeds in Amice en gaat daar ook niet weg voordat het huis eindelijk gebouwd is. 

Maar wat is er dan precies aan de hand? Toen we twee weken terug introkken (het huis was 'bewoonbaar'), hadden we de beschikking over een douche (louter een aangesloten douchekop, geen rekjes of wat dan ook) een toilet en een bed. Die van mij overigens zonder beddengoed. Probeer het eens, dekbedovertrek, laken en kussen weghalen. Slaapt voor geen meter, leg een paar kussens voor op straat neer en je krijgt hetzelfde effect. Ik kan gelukkig wel stellen dat de bouwvakkers de afgelopen twee weken heel erg hard hun best hebben gedaan. Maar echt, ze hebben veel gewerkt. Tegelijkertijd kan ik ook concluderen dat bouwvakkers in Suriname een onvoldoende scoren als we gaan kijken naar prioriteiten stellen. De tuin wordt namelijk dagelijks geharkt. De oprit wordt dagelijks netjes schoongeveegd (terwijl die iedere dag weer opnieuw vies wordt, omdat daar alle bouwmaterialen staan). Maar hé, het harken van de tuin en het vegen van de oprit staat natuurlijk wat hoger op het to-do-lijstje van de bouwvakkers dan het bouwen van wastafels en een keuken. Geheel begrijpelijk. 

Ik zit wél in het huis. Leven zonder keuken en wastafel is dan ook weer niet zo'n enorm groot probleem. Natuurlijk is het fijn om beide te hebben, maar ach, het is niet anders. Ik heb wel een hangmat, bij de oprit. Natuurlijk alleen te gebruiken wanneer de bouwvakkers niet aanwezig (of de tuin aan het harken) zijn. De afgelopen dagen is me wat opgevallen op de momenten dat ik in de hangmat lag. Een man. Iedere dag. Een man. En die man wil het wereldrecord op de 200 meter snelwandelen verbreken. Althans, dat is de interpretatie die ik overhoud aan het feit dat hij dagelijks in een bizar hoog tempo van het ene naar het andere eind van de straat ijsbeert. Maar dan ook echt dagelijks, hé. En dan zo'n twintig keer op en neer, als het niet meer is. Eén van de vele mysteries die de wereld voor ons verbergt. Er komt nog een dag dat ik hem vraag wat nou precies zijn idee is achter die dagelijkse wandelmarathon. 

Vlindertuin

Afgelopen weekend hebben we ook weer een tripje gedaan. Geen weekendtripje, maar een dagtripje ditmaal. Zaterdagochtend vertrokken we, op z'n Surinaams (9.30 in plaats van de afgesproken 8.30). Went wel, dat gebrek aan tijdsbesef. De Vlindertuin in Lelydorp (een luttele dertig minuten ten zuiden van Suriname) was onze eerste bestemming van de dag. En drie keer raden wat ze daar hebben? Juist! Schildpadden! Schildpadden zo groot als plantenpotten, maar ook schildpadden kleiner dan je gebalde vuist. En er waren er minstens honderd. Schijnbaar exporteren ze die schildpadden ook de hele wereld over. En weet je wat ze nog meer hadden? Ja? Juist! Slangen! Heel goed! Slangen in de vlindertuin! Geen gifslangen, maar dikke, groteske wurgslangen. Die schildpadden mochten we overigens vasthouden. Die slangen helaas niet. Oh ja, er zaten ook nog vlinders. Wel hele mooie vlinders. Een schuifdeur en een klapdeur vormden de entree van het 'vlinder'-gedeelte van de vlindertuin en zorgden er tevens voor dat die kleine fladderaars niet uit de tuin konden ontsnappen. Nou ja, klein, je had er vlinders bij zitten die groter waren dan appels, met camouflerende ogen ter grootte van het topje van je duim die op de vleugels getekend waren. Die moesten ervoor zorgen dat roofdieren wegbleven. Nou, ik denk dat dat wel lukt, aangezien het ze al lukte om Sanne Bens schreeuwend weg te laten rennen wanneer zo'n vlinder ook maar een paar meter bij haar in de buurt kwam. 

Vlindertuin gehad, een paar mooie kiekjes gemaakt (zie de foto's) en op naar de volgende locatie. Oude ambachten. Je weet wel, van die houtwerkers en pottenbakkers, waarvoor we nog wat verder zuidwaarts reisden. Dit was nou echt een stukje Surinaamse cultuur. Mensen die leven in krakkemikkige, zelfgebouwde hutjes die het leven ingestapt zonder ook maar íéts te hebben. Mensen die met bijzonder weinig middelen leven, maar daar ook tevreden mee zijn. Mensen die voor de kost de hele dag bezig zijn met het maken houten souvenirtjes of van klei gemaakte potten. En allemaal met de hand. De houtbewerkers hadden alleen een bijl en een mes ter beschikking. Die pottenbakkers vond ik al helemaal indrukwekkend. Zij hadden geen oven, geen draaiplaten, helemaal niets. Een kampvuurtje dat ze zelf afgesloten hadden, om de klei mee te verwarmen en that's it. Het vormen van die potten deden ze uit het blote hoofd. Uniek om van dichtbij te zien. Het was alsof de chauffeur, toen ik na de vlindertuin in de bus stapte, me vroeg waar ik heen wilde waarop ik antwoord gaf dat ik naar de middeleeuwen wilde. In een tijd waar bijna alles digitaal gedaan en geregeld wordt en waar voor alles wat je doet, wel een hulpmiddel te vinden is, was het op z'n zachtst gezegd verwonderlijk om te zien dat er nog plaatsen op de wereld zijn, waar de tijd een aantal jaar stil lijkt te hebben gestaan. Op dat moment besef je ook dat je niet in Nederland, omdat die werkwijze zo ongelofelijk ouderwets, bijna primitief, is.

Stage

Weer flink wat cultuur gesnoven, maar ik heb dus ook mijn eerste lessen gegeven. En man, man, man, wat was dat leuk! Nee echt, van genoten. Ik denk dat ik hier een Surinaamse vrouw zoek, want nu wil ik ook een Surinaams kind. Een paar blogs terug vertelde ik over die open klaslokalen. Wanneer je langs zo'n klaslokaal loopt, kun je al die kinders en horen. De school heeft ook geen gangen; alleen maar klassen die direct verbonden zijn met het schoolplein en dat ziet er ongeveer zo uit (oké, ik ga experimenteren, Joost mag weten hoe het eruit gaat zien als ik de blog post): 

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _
|                         |
|                         |
|                         |
|                         |
|                 GGGG        
|                 GGGG        
x                GGGG

Zie hierboven mijn artistieke hoogstandje genaamd 'bovenaanzicht van de Mulo Kerklaan'. Nou, een kleine legenda om het allemaal wat begrijpelijker te maken. De streepjes zijn alle klaslokalen, het kruisje is de lerarenkamer, de witte ruimte is het schoolplein en die verzameling G'tjes is de gymzaal. Rechtsboven zitten alle derdejaars klassen, dus wanneer ik hen les moet geven en ik de lerarenkamer uitloop, volg ik het pad langs alle klaslokalen op. Eerst naar boven, dan naar rechts. Je komt natuurlijk langs al die klaslokalen en die zijn, zoals ik vertelde, open. De Mulo Kerklaan is klein en praktisch elke leerling kent mij (die bakrameester met blauwe ogen) en ik heb ook al aan zo'n 75% van alle klassen lesgegeven. Dus bij ieder lokaal, schieten 30 donkerbruine gezichten mijn kant op en beginnen ze allemaal te zwaaien, tot ongenoegen van de docent die aan het lesgeven is. Maar hey, ik ben de beroerdste niet hoor, ik zwaai wel even terug. Buiten dat gezwaai wordt mij tijdens het lopen langs die klaslokalen ook vaak een vraag naar mijn hoofd geworpen door de leerlingen: "Meneer Van Biesen, wanneer komt u weer lesgeven?" Verdomme, denk ik dan altijd, het is VERbiesen, afgelopen maandag nog duidelijk op het bord geschreven.

Ik kreeg vorige week woensdag de namenlijst van één van de klassen waaraan ik les zou gaan geven in mijn schoot geworden. Nou, mijn lichaamstemperatuur steeg een paar graden en mijn hartslag schoot als een vuurpijl omhoog. Wat. Een. Namen. Ouders van Surinaamse kinderen, alsjeblieft, hoor mij aan. Noem jullie kinderen gewoon Toos of Piet. Er zitten wel een paar 'normale' namen tussen, maar voor iedere Kevin krijg je een Rofilio en voor elke Michelle krijg je een Aquanisha. En wanneer je opgelucht denkt adem te kunnen halen wanneer iemand de oer-Hollandse achternaam 'De Vries' heeft, moet je daarna geen scheef gezicht trekken wanneer je 'Ramawadhdoebe' uit moet spreken. "Probeer die namen bij je examenlessen uit je hoofd te kennen," vertelde mijn begeleidster me. Jeetje, dat zijn vier klassen van elk ongeveer tweeëndertig leerlingen, waarvan driekwart een achternaam heeft van minstens zeven lettergrepen. Tel maar uit. Nee, doen jullie maar, ik studeer Nederlands, geen wiskunde. Maar oké, mevrouw Karijosemito (mijn begeleidster, ook een mooie achternaam, lekker makkelijk, lekker vlot), ik ga de komende tijd lekker ouderwets woordjes (lees: namen) stampen.

Nog even over het lesgeven zelf: dat valt me reuze mee. Sterker nog, het bevalt me hier heel erg goed. Het eerste wat me opviel toen ik voor het eerst voor de klas stond, was dat het behouden van de orde in Suriname een peulenschilletje is. Tijdens mijn observaties voordat ik begon met lesgeven, merkte ik dat de klassen heuse kippenhokken waren, maar ook dat de docenten er weinig moeite aan deden om daar verandering in te brengen (op mijn begeleidster, mevrouw Kariblablabla, na, die wil wél rust in haar klaslokaal). Nee, een keer duidelijkheid scheppen is voldoende, al snel duidelijk maken waar de leerlingen aan toe zijn. Doe je dat, dan is een Surinaamse klas muisstil en doen ze veertig minuten actief mee.

Een fijn gegeven, zo'n rustige klas, maar een klas rustig krijgen is niet het leerpunt waarmee ik op J.A. Pengel uit het vliegtuig stapte. Orde houden heeft bij mij altijd goed gegaan (tja, uitstraling is aangeboren, niet waar?) en nu dat aspect van het lesgeven vooralsnog heel eenvoudig lijkt te gaan, kan ik me gaan focussen op mijn grote leerpunt: organisatie. Organisatie, een klopgeest die al mijn hele leven achter me aan spookt, het monster onder je bed waar je als kind toch altijd even naar gaat kijken. Een blijvend probleem. Wat houdt het met lesgeven in? Je lessen goed voorbereiden, duidelijk maken voor jezelf wat je wilt doen, hoe je dat wilt doen en hoe lang je dat wilt doen. Misschien wel belangrijker, je daar ook aan houden tijdens het geven van je les. Ik ben nu enorm bezig met het geven van regels aan mezelf waaraan ik me moet houden tijdens het geven van mijn eigen les. Ik moet ervoor zorgen dat ik alles behandel in de les zoals ik dat van tevoren plan. Niet te veel, want dat betekent dat ik er dingen bij ga bedenken waardoor ik zelf in de war raak en ook zeker niet te weinig, want, ja, wanneer je lesstof plant, maar vergeet te doceren, betekent dat dat je lesstof gemist hebt en gewoon niet hebt overgebracht. Ik moet er ook voor zorgen dat ik een stappenplan maak, waarin ik voor mezelf duidelijk maak in welke volgorde ik dingen uitleg. Niet dingen door elkaar gooien of dingen vergeten en later recht proberen te buigen wat krom is ('oh ja, bij opdracht 1 moet je ook nog de oorspronkelijke woorden overschrijven'). 

De lessen hier zijn veertig minuten lang. Korter dan de lessen van de (meeste) scholen in Nederland. Dat maakt het al iets makkelijker om een les te plannen, omdat er minder in een les past. Man, deze stage is gewoon perfect om aan mijn organisatorische competentie te werken! Oh en trouwens, de derde dag is geregeld: maandag, dinsdag en woensdag is bakrameester Van Biesen te vinden op de Mulo Kerklaan.

Tuuteren

Nog even een leuke anekdote om deze blog af te sluiten: de taxi's. Ik kan je vertellen, met de taxi's beleef je het een en ander. Ditmaal niets specifieks, maar ik begin de verkeerstaal van de Surinaamse weggebruikers een beetje te vatten. Claxoneren is in Suriname eerder een regel dan uitzondering. Waar in Nederland oom agent op de stoep staat, kun je met de claxon in Suriname communiceren. Als je eenmaal langdurig op de claxon drukt, dan spreken we van de 'idioot-rijd-eens-normaal-en-let-op-toeter'. Eenmaal kort claxoneren is een vriendelijk gebaar, de 'u-krijgt-voorrang-van-mij-toeter'. Driemaal kort claxoneren gepaard met luid en onsamenhangend gebulder is de 'ik-ken-jou-maar-je-hoort-mijn-gebrul-niet-toeter'. Driemaal kort drukken zonder oerkreten betekent logischerwijs de 'ik-ken-jou-toeter'. Die kun je uiteraard combineren met een zwaaiend handgebaar om het bericht ook visueel over te laten komen. Tweemaal kort op de claxon rammen kan meerdere dingen betekenen. Heb je een vrouwelijke taxichauffeur, dan staat tweemaal kort altijd voor de 'bedankt-dat-ik-voorrang-krijg-toeter', zo nu en dan gepaard met het op bescheiden wijze opsteken van de rechterhand of met het nederig knikken van het hoofd (of een combinatie van beide). Heb je een mannelijke taxichauffeur, dan is de betekenis van tweemaal kort afhankelijk van de situatie. Bij een man kan het namelijk ook de 'jij-bent-volgens-mij-ouder-dan-achttien-en-jij-bent-een-vrouw-toeter' zijn. Frappant genoeg let de chauffeur na de tweemaal kort met de tweede genoemde betekenis heel even niet meer op de weg... 

Nou, dat was'ie weer! Binnenkort zal ik vast wel weer een nieuwe blog plaatsen.

Groetjes,

Niels

P.S. De winnaar van de prijsvraag is Iris Schaars. De enige die het raadsel precies goed beantwoord had: de schipper had namelijk heel simpel een 'boodschap' bezorgd. 

Foto’s

6 Reacties

  1. Oma Beugen:
    8 maart 2017
    Wat was dat weer even verhaal Ik heb er van genoten op de vroege ochtend vind het Fijn dat het goed gaat en het les geven ook doe maar goed me best maar geniet er ook van de slangen laat maar Daar kom self wel terug nog even even knuffel Oma
  2. Kees Jan:
    8 maart 2017
    Mooi verhaal, Niels, ik heb vooral wat geleerd over de claxons van de taxi's. Maar ik weet nu nog niet waarom je een Surinaamse vrouw en kinderen wilt! :-)
    Groetjes,
    Kees-Jan
  3. Opa en oma:
    8 maart 2017
    Wat een verhaal weer Niels! Gisteravond had ik het eerste stukje al gelezen op je laptop toen je dat selfie stuurde dat je aan het bloggen was. Erg leuk en beeldend verteld. We zien je nog wel met een Surinaamse aankomen....haha! Fijn dat je lesgeven zo leuk vindt en je bent goed bezig (zelfinzicht) om structuur aan te leren. De foto's zijn ook leuk! Op vaar de volgende blog! Liefs en een dikke kus van ons xxx
  4. Niels Verbiesen:
    8 maart 2017
    Ik zie het, Kees-Jan! Ik ben afgedwaald, even aanpassen. ;)
  5. Angela:
    8 maart 2017
    Wat een geweldig verhaal weer Niels!! Eerlijk is eerlijk mij zou je die vlindertuin niet eens in krijgen.... hihi Dus een groot compliment voor "De schreeuwende Sanne" dapper hoor!! Prachtig vertelt, ik kijk nu al uit naar je volgende verhaal Niels!!
    Groetjes, Angela Xxx
  6. Truus Hermans:
    8 maart 2017
    Niels,
    Wat fijn dat je op je stage de kans krijgt aan je competenties te werken. Je hebt overigens geboft met je stageschool. Ook de studenten die hier de afgelopen jaren stage hebben gelopen, kwamen erg enthousiast terug.
    En ... wat schrijf je gemakkelijk. Jouw blog lees ik met alle plezier na werktijd.