Meneer Van Biesen

27 maart 2017 - Paramaribo, Suriname

"Bedankt voor jullie aandacht, te tamara!" zeg ik tegen de leerlingen van B3-2. "Te tamara!" schreeuwt de hele klas in koor terug. 'Tot morgen', betekent dat. Die kinderen vinden het geweldig wanneer ik Sranan spreek, valt me op. Het is erg benauwd en zodra ik buiten stap, merk ik dat dat is omdat het regent. Was me tijdens de les nog niet opgevallen. Balen, nu moet ik omlopen. Ik bereid me voor op de Walk of Fame, die ik bij iedere regenbui moet afleggen: langs alle klaslokalen op om de lerarenkamer te bereiken en ik weet dat alle leerlingen me na gaan staren alsof ik een chimpansee in de dierentuin ben. Ik ben tenslotte een van de enige blanken op het schoolterrein. Nadat ik mijn halfvolle flesje water (van het merk 'Whahaha', echt waar) uit mijn tas heb gepakt, begin ik aan mijn reis naar de lerarenkamer. Als ik bij klas 1b ben, stop ik. Die leerlingen ken ik goed, omdat ik er ook wel eens les aan geef. Eén leerling, Shatur, is fanatiek aan het 'bottle-flippen' op zijn tafeltje aan de kant van het raam. Aan het dozijn leerlingen om hem heen zie ik dat hij een behoorlijke fanclub bijeengeraapt heeft. Na vier keer z'n flesje te flippen, lukt het hem eindelijk, waarna hij er onder luid geschreeuw een ferme 'dab' tegenaan gooit. Dat is het moment, dat hij me ziet staan. "Kunt u ook bottle-flippen, meneer Van Biesen?" vraagt Shatur me. In mijn hoofd corrigeer ik m'n naam weer tot 'Verbiesen'. Ach, dat ben ik inmiddels wel gewend. "Hahaha, moeten jullie eens opletten!" zeg ik en ik merk dat mijn fanclub twee keer zo groot is geworden als de fanclub die Shatur op had weten te zetten. Ik neem een slok en ga klaarstaan alsof ik over enkele seconden de finale van de 100 meter sprint ga lopen. Dan gooi ik het flesje. Shit, is het woord dat op dat moment door mijn hoofd schiet. Veel te hard. Ik draai mijn gezicht naar Shatur, met mijn linker wenkbrauw opgetrokken waarin al mijn onkunde beschreven staat. En dan wordt hij gek, evenals mijn fanclub die zich intussen uitgebreid heeft tot de ganse klas. Ik kijk naar het flesje. Mijn abominabele worp resulteerde in een prestatie van formaat: het flesje stond verticaal, in balans, maar 180 graden gedraaid, op kop, op de dop van het flesje. Zonder een woord te zeggen pak ik het flesje triomfantelijk op, draai de dop eraf, neem een welverdiende slok en vervolg onder luid applaus mijn tocht naar de lerarenkamer. De rest is geschiedenis.

Stage. Deze blog zal in het teken staan van stage. Ik hoop dat ik het afgerond heb vóór ik straks ga stappen, want morgen staat er weer een tripje op het programma en tja, dan is het alweer maandag wanneer deze blog erop komt. Ik ga mijn best doen. Edit: mijn best gedaan, maar ik haalde het niet.

Creativiteit

Even samenvattend, mijn stage gaat heel erg goed. Ik heb inmiddels drie vaste klassen waaraan ik lesgeef, wat zich in totaal opstapelt tot zo'n tien lessen in de week. De uren red ik dus wel en het vertrouwen van de docenten in mij is ook groot: ik heb onwijs veel vrijheid om te doen wat ik wil en ik heb nu ook volledige zeggenschap over de inrichting van mijn lessen: doei boeken, hallo fantasie. Ook heb ik alle Raquisha's, Shivani's en Raghnie's uit mijn hoofd geleerd: zesennegentig namen verdeeld over drie klassen die me doen denken aan de namen van inheemse voodoo-goden. Om die te onthouden bleek geen peulenschilletje, maar inmiddels ken ik ze stuk voor stuk.

Het lesgeven in Paramaribo gaat volgens een standaardritme: uitleg-opdracht-nakijken. Héél veel docent gestuurd leren. Leerlingen werken niet veel samen en er is weinig ruimte voor creativiteit. Precies dáár ligt de uitdaging. Weg met het boek (of ja, weg natuurlijk niet, maar het boek gebruiken als richtlijn voor de inhoud van je les) en richt je les zelf in, het 'Nederlands' lesgeven toepassen in een onderwijsomgeving waar die manier van lesgeven veel minder bekend is. In Nederland is dat net zo gewoon als groente, aardappelen en vlees als avondeten, maar in Suriname dus helemaal niet. Ik heb er op mijn vorige stages dus al behoorlijk wat mee geoefend en dat ging me meestal prima af, maar ik merkte al snel dat het in Suriname een stuk lastiger is. Stel je voor, je wilt een les maken over woordenschat. Je weet wel, leerlingen moeilijke woorden geven en ze de betekenis ervan leren. Makkie, dan maak ik een mooie Kahoot-quiz op mijn laptop! En dan realiseer je je dat je geen beamer op school hebt of een ander middel om zo'n quiz aan een klas van plusminus vijfendertig leerlingen te tonen. Oké, prima, dan deel ik de klas in groepjes en maak ik een soort kruiswoordpuzzel waarin leerlingen woorden moeten invullen aan de hand van omschrijvingen. Oh nee, geen papier ter beschikking. Alleen een ouderwets bord met krijtjes. Je hebt dus heel erg weinig spullen tot je beschikking om iets leuks te bedenken. Enerzijds frustrerend, anderzijds ook niet: hiep hoi, een uitdaging!

Wat heb ik toen gedaan? Ik ben gewoon in mijn eigen huis gaan kijken. Welke spullen liggen hier die ik kan gebruiken in een les? Wacht, laat me er een voorbeeld bij pakken. Vorige week heb ik een les gegeven over bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. (Korte uitleg: de bijzonder mooie fiets. 'Mooie' is een bijvoeglijk naamwoord, 'bijzonder' is een bijwoord. Waarom? Googel dat maar.) Op mijn nachtkastje lag mijn horloge, welke dat weekend naar de filistijnen was gegaan. Barst erin, wijzers die geen vin meer verroerden: perfect! Ik zet de leerlingen in tweetallen (mogen ze ook een keer samenwerken) en laat ze eens bedenken wat je allemaal over dat horloge kunnen zeggen. Met een beetje geluk bedenken ze dat het een 'leren' of een 'glazen' horloge is (huppatee, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord erin verwerkt) en merk ze op dat het kapot is (gebarsten, bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord, pakken we alles in een keer). Zo niet, dan stuur ik die kinderen een beetje de juiste richting op. En daarna kunnen we mooi samen zinnen gaan bedenken. Plak ik er nog wat woorden tussen: 'het heel erg mooie horloge is hard gevallen'. Drie bijwoorden! Vervolgens schrijf je je lesplan uit (nogmaals, geen printers, of ik moet een pelgrimstocht door de stad gaan houden, maar dat ben ik niet van plan) en klaar is Kees. 

Die leerlingen weten overigens niet waar ze het zoeken moeten. Samenwerken? Op school? Dat kennen ze niet! Gelukkig zorgt het alleen maar voor enthousiasme ('boeken in de tas' geeft hetzelfde effect als zeggen dat de les uitvalt). Tot dusverre bevalt die uitdaging me wel, dat ik creatiever over mijn lessen moet nadenken omdat je gewoon zoveel minder middelen ter beschikking hebt in vergelijking met lesgeven in Nederland, vooral omdat je merkt dat niet alleen de leerlingen, maar ook je begeleiders lyrisch zijn over het aan de kant schuiven van boeken en het verhogen van inductiviteit binnen een les. Die waardering is in Nederland minder (wat overigens een goed teken is) omdat de alternatieve vormgeving van een les en het inbouwen van activerende elementen in Nederland nou eenmaal 'normaal' is. 

Zorgstructuren

Wisten jullie overigens dat ik een onderzoek moest doen? Ja, ik moet een aspect van het onderwijs in Nederland vergelijken met datzelfde aspect in het Surinaams onderwijs en daar een onderzoek over doen. De eerste vijf weken was ik radeloos. Wat moet ik in godsnaam gaan onderzoeken? Het kiezen van een goed onderwerp is als het vinden van je ware liefde: het komt vanzelf op je pad. Vorige week maandag observeerde ik een klas waar ik voorheen nog nooit geweest was: AB3. Ik zat linksachter tussen twee leerlingen in. Rechts van me zat een meisje dat vrij actief meedeed en links van me zat een leerling die vanaf minuut één mijn aandacht wist te grijpen. Ik zeg bewust 'leerling', (en ik meen het, dit bedoel ik oprecht niet lullig) omdat ik niet zag of het een jongen of een meisje was. De leerling maakte gedurende de hele les geen geluid en was alleen maar aan het tekenen op zijn tafel. De leerling sloot zich volledig af van alles wat er gebeurde en schreef ook niet mee op het moment dat er een opdracht gemaakt moest worden. Buiten dat, besteedde de docent ook totaal geen aandacht aan dat gedrag. De leerling bleef tekenen en om zich heen staren. Ik dacht meteen aan autisme, maar ook aan het complete gebrek aan begeleiding voor die leerling. Maar de tekeningen waren wel heel mooi.

"Die doet nooit mee," was het antwoord dat ik kreeg toen ik aan de docent vroeg wat er met die leerling aan de hand was. Toen ik vroeg naar een zorgsysteem voor mensen met concentratiestoornissen of autisme zei ze: "die zijn er in Paramaribo erg weinig. In Nederland krijgt iedereen al snel een labeltje." Oké, dat zette me aan het denken. Dat wordt in Nederland ook vaak geroepen: "Iedereen krijgt tegenwoordig een stempel." Vaak met een denigrerende ondertoon om het onbegrip te tonen over de gedachtegang dat er tegenwoordig 'stempels' als kraanwater uitgedeeld worden. Onzin overigens. Mensen denken vaak dat die labeltjes van autisme en concentratieproblemen uitgedeeld worden om een excuus te zoeken voor het probleem in iemands functioneren. 'Pietje heeft ADHD, dus Pietje kan zich niet goed concentreren. Deal with it.' Nee, zo werkt het niet. Ik vind het juist goed dat het lijkt alsof er tegenwoordig zoveel 'stoornissen' benoemd worden. Ze worden overigens ook niet eenvoudig uitgedeeld. Die stempeltjes worden uitgedeeld zodat, in mijn geval, docenten weten dat bepaalde leerlingen een net wat andere benadering nodig hebben om het maximale uit hun potentie te halen. Niet om excuses te zoeken voor afwijkend gedrag, maar om dat gedrag te begrijpen en van daaruit te werken naar een beter resultaat. Niet om mensen in een hokje te plaatsen, maar om een klimaat te creëren met verschillende persoonlijkheden dat zo effectief mogelijk functioneert. Niet om leerlingen af te schuiven als zielig of minderwaardig, maar om te beseffen dat iedereen op een andere manier presteert en er zo voor te zorgen dat je zoveel mogelijk tegemoet kunt treden aan de verschillende behoeften van zoveel mogelijk leerlingen. 

Nou, dat pleidooi is eruit. Goed, dat wist in elk geval mijn interesse te grijpen. Dat is het onderwerp waarover ik een onderzoek wil gaan doen: het verschil in zorgstructuren binnen het onderwijs in Nederland en Suriname en de benadering van en omgang met zorgleerlingen op scholen. Holy shit, precies op dit moment vliegt er een bij ter grootte van aansteker uit de hangmat waarin ik lig. Lang geleden dat ik zo schrok. Laptop bijna van mijn schoot gevallen. Maar dat terzijde, ik ben benieuwd hoe ik dat onderzoek ga vormgeven de komende tijd.

Even wat luchtigheid

Nou, als afsluiter een paar verhaaltjes. Wat ik nog niet heb verteld, was over een gebeurtenis tijdens mijn eerste stageweek. De eerste week gaf ik nog geen les, en ik praatte met mijn begeleider over de lessen die ik de dag erna zou gaan observeren. "Morgenochtend heb ik de eerste twee uur een rap met B3-2," vertelde mijn begeleider, "dus daar hoef je niet per se bij te zijn." Ik keek stomverbaasd op, weet ik me nog te herinneren. Een rap! En ik maar denken dat scholen in Suriname nog geen kaas hadden gegeten van motiverende werkvormen. Ik natuurlijk enthousiast, dat wilde ik wel zien. Mijn begeleider vond het prima, maar zei dat ik er niet bij hoefde te zijn als ik dat niet wilde. Zal wel, dacht ik, ik wil dat gewoon zien. Vol goede moed stapte ik door de poort van de school. Ik was wel benieuwd naar die rap, niet wetend dat ik van een ijskoude kermis thuis zou komen; blijkt het niet om een 'rap' te gaan, maar om een 'rep', de afkorting van repetitie, de Surinaamse equivalent van een proefwerk. Jottem, tachtig minuten lang in stilte gekeken hoe leerlingen aan het schrijven waren. 

Oh, en die les met mijn horloge. Bleek achteraf ook nog een les te zijn waarin ik mijn ego even heerlijk kon strelen. Ik liet de leerlingen ook zinnen maken met bijwoorden erin. Dus ik kriskras leerlingen vragen om de door hun bedachte zinnen te delen, kom ik bij een meisje uit die haar zin niet op durft te lezen. Normaal gesproken toch heel erg mondig, onze Janelle, maar deze keer niet zo. Naast haar zat op dat moment Xavier, een van de alfa-mannetjes van de klas. Grist haar schrift weg en begint te schaterlachen en valt bijna van zijn stoel af. "De meester is heel erg knap!" schreeuwt hij, nog altijd driemaal dubbelgevouwen van het lachen. Wat een gekkies, hé. Tot dat moment wist ik niet dat een negerin zichtbaar kon blozen, maar nu weet ik beter. Blijkbaar blijft mijn fanclub niet beperkt tot klas 1b, maar is hij groter dan ik me kan voorstellen.

Tot de volgende keer!

Niels

Foto’s

16 Reacties

  1. Oma Beugen:
    27 maart 2017
    Wat heb ik weer genoten van je verhaal voor al nu ik Niet meer kon slapen zo als ik Zie gaat het goed doe maar goed je best maar geniet er ook van lees je blog nog wel vaker de groetjes en een knuffel Oma
  2. Angela:
    27 maart 2017
    Pragchtiggggg Niels wat heb ik weer genoten van je verhaal!! Dat je een schrijver was dat wist ik al maar leraar Nederlands daar wordt je vast ook een kei in!! Volgens mij wil je dadelijk niet meer terug naar ons "Kikkerlandje" of toch wel....hihihi :)
    Liefs Angela Xxx
  3. Opa en oma:
    27 maart 2017
    Super!! Leuke manier van lesgeven. We wisten niet dat er zoooveeel fantasie in je zat! Tot gauw weer...
  4. Anny:
    27 maart 2017
    Mooi Niels weer een waanzinnig verhaal !!!! Groetjes Anny
  5. Tante Ans:
    27 maart 2017
    succes met je onderzoek
  6. Anita Minten:
    27 maart 2017
    Niels, het blijft erg mooi om te lezen. Zo leuk om een beetje mee te mogen beleven wat jij daar allemaal kunt, en mag doen. Zowel op je school als alle avonturen daarbuiten. En dat je het zo mooi verwoord! Eerlijk, ik ben een beetje jaloers op je, en trots. Groetjes Anita.
  7. Kees Jan:
    27 maart 2017
    Weer een heerlijk verhaal: je schrijft echt leuk! Sommige passages vertel ik meteen door aan collega's die om me heen zitten...
    Maar daarnaast denk je ook goed na over het onderwijs in het algemeen en jouw onderwijs in het bijzonder. Ik vind het echt heel erg interessant om je mening te lezen en ook dat je er wat mee doet. Is het een idee om eens over die labels een discussie te organiseren tussen een paar collega's van jou en een paar studenten die nu in Paramaribo zijn?
    Succes en veel plezier de komende tijd!
    Kees-Jan
  8. Truus Hermans:
    27 maart 2017
    Niels,
    Mij spreekt het onderwerp van je onderzoek natuurlijk heel erg aan. Is het een idee om dit onderwerp ook eens in te brengen in de intervisie op het IOL en/ of aan mw. Loor te vragen wat studenten hierover leren op hun opleiding?
    Mijn complimenten voor de creatieve invulling van je les.
  9. Claudia Mertens:
    27 maart 2017
    Hallo Niels,
    Wij kennen elkaar niet, ik ben een nichtje van je vader en waarschijnlijk hecht je ook geen grote waarde aan mijn mening....toch moet ik die even kwijt!!
    Jouw manier van schrijven is ontzettend leuk, je taalniveau heel erg prima en je verhalen absoluut "lezenswaardig"! GE-WEL-DIG!
    Groeten uit Lüneburg
  10. Monique Verbiesen:
    27 maart 2017
    He Niels, je hebt het weer voor mekaar!! Ik lig weer helemaal in een deuk, zo super leuk geschreven! Met jouw fantasie en creativiteit zit het wel goed! Fantastisch hoe je je leerlingen aan het werk zet! Toppie!
  11. Hullie pap:
    27 maart 2017
    Nilles, ben trots op je kel! Zelfs in Duitsland worden je verhalen gelezen. Over drie weken mag ik zelf komen kijken hoe het met je gaat en ik kan niet wachten tot het zo ver is. ....gr. pap
  12. Hullie pap:
    27 maart 2017
    En weer een keer Skype!
  13. Piet lamers:
    27 maart 2017
    Niels wat een mooi verhaal. En dat je knap bent weten wij ook. Je bent knap in schrijven.je bent knap in les geven. Je bent knap in Nederlands taal en ook nog bij de meisjes. Niels ga zo door. Dan komt alles goed .ik wacht op het volgende verhaal want ik lees ze ontzettend graag.groetjes piet
  14. Oma Beugen:
    31 maart 2017
    Hoi Niels.
    Ik Ben nu bij Oma haar haren aan het permanenten en ze liet me jouw blog lezen. Errug leuk zoals je het beschrijft wat je allemaal meemaakt. En ik Moet zeggen dat ik verbaasd Ben over hoe je de dingen beschrijft. Had ik Niet achter je gezocht.
    Een hele fijne tijd nog daar in het verre Suriname. En heel veel plezier als mama en Joost er zijn.
    Groetjes Sandra.
  15. Joyce Wientjes:
    3 april 2017
    Heee Niels,
    Ik denk dat jouw fanclub hier in Vianen-city ook met de dag groter wordt. Ik werd in eerste instantie door (tante) Monique getipt voor deze blog, maar inmiddels heb ik al vele enthousiaste reacties gehoord van meerdere Vianezen die deze blog trouw volgen. En ja hoor, je hebt er alwéér een trouwe volger bij. Super om te lezen!
    Heel veel succes én plezier nog daar, maar dat zal ongetwijfeld goed komen :-)
  16. Ineke Hagemans:
    18 april 2017
    Meneer Van Biesen, wat ben je lekker bezig! Suriname doet je goed! Fijn voor jou, jongen!!